No. 2
ZEEUWS TIJDSCHRIFT
produkt was, is nog een begrip; de winkel
bediende in Duitsland begrijpt, wanneer de
klant zegt: „Bitte ein Pfund Hollander" en
hij geeft kaas; „Bitte sechs Hollander en hij
geeft 6 Hollandse haringen.
Nimmer hebben onze, dezelfde Noordzee
bevissende buurstaten, hoe men ook daar
trachtte figuur en betekenis van Willem Beu-
kelszoon te verkleinen, op dergelijke resulta
ten, op zulk een reputatie kunnen wijzen.
Onze vissers zijn zulke vaklui, dat nog heden
de Duitse importeurs voor onze haring gaarne
een 15 hogere prijs betalen dan voor het
produkt hunner eigen schepen, welker vangst
en bewerkingstechniek zich van die der Ne
derlandse alleen daarin onderscheidt, dat over
het algemeen alleen bij geringe vangsten de
haring levend, d.w.z. direct na de vangst
wordt gekaakt.
Publiciteit.
MEN twijfelt, verkeert in het onzekere,
omdat nergens in de officiële geschrif
ten Willem Beukelszoon als de uitvin
der wordt vermeld. Dat kon ook niet, want
men „kaakte" reeds, men „deed" de haring
na een zekere bewerking reeds in tonnen. Hij
was echter de man, die de „nieuwe maniere
van soutene ofte kaeckene" (stadsrekening
Blankenbergh) invoerde. Bovendien kan men
van een uitvinder, die niet weet of, wanneer
en met welk succes de vinding wordt be
kroond, moeilijk verwachten, dat hij dezelfde
dag daarvan aangifte doet ten stadhuize met
verzoek een en ander in de kronieken op te
nemen 5).
Niettemin blijft te betreuren, dat de kro
nieken geen concrete gegevens bevatten; wel
licht mede ten gevolge daarvan, dat tastbare
resultaten jaren later eerst aan het licht tra
den. Voorts verlieze men niet uit het oog,
dat Willem Beukelszoon een zakenman was,
die tot in lengte van dagen in zijn prijscou
ranten wel vermeld zal hebben, dat hij alleen
de fijnste kwaliteit leverde, maar niet uiteen
zette, hoe hij zijn haring had bereid. Dat
moest geheim blijven, zo geheim, dat zelfs nog
in de tot 1857 van kracht zijnde wet van
1818 getrouwe kopie der middeleeuwse
placaten iedere visser, die het zou wagen
te monsteren op visserschepen van een andere
natie, als deserteur werd beschouwd en als zo
danig behandeld; niet alleen hij, maar ook
zijn gezin, dat van elke bedeling uitgesloten
was.
Wismar en Blankenbergh.
In een privilege aan de stad Wismar (1328) staat:
„degeen die de haring op zee zelf gezouten heeft".
2. In een stadsrekening van Blankenbergh (1407):
„de nieuwe maniere van soutene ofte kaeckene". De
twijfelaars: „Alweer bewijzen, dat Willem Beukelszoon
de uitvinder niet was, want hoe is te rijmen, dat
Willem Beukelszoon, overleden in 1397, betrokken kon
zijn bij een uitvinding, waarvan 70 jaar tevoren reeds
melding wordt gemaakt."
Hier valt niets te rijmen. Over het hoofd wordt
gezien, dat tussen beide aanhalingen een duidelijk ver
schil is, eerder in het voordeel dan in het nadeel van
Willem Beukelszoon. Immers, bij Wismar is sprake
van „degeen die op zee zelf gezouten heeft", terwijl
Blankenbergh gewaagt van een nieuwe maniere van
soutene ofte kaeckene", waarmede de bewerking van
Willem Beukelszoon bedoeld zal zijn.
Zo groot is dit verschil tussen Wismar en Blanken
bergh, dat de Nederlandse rechter zelfs nog in 1954
die onderdanen, die eveneens deden alsof dit verschil
niet bestaat, ernstig strafte.
Karei VM. van Vaernewyck, Jacob Cats.
Karei V, geboren en getogen in Vlaanderen, waar
hij veel aanschouwd zal hebben van de welvaart, veel
gehoord van de gebeurtenissen en omstandigheden die
tot de opkomst en bloei van dat gewest hadden geleid,
zal eveneens geweten hebben, welk aandeel Willem
Beukelszoon door zijn uitvinding daarin heeft gehad.
Moeilijk kan men zich voorstellen, dat deze, in die
tijd machtigste monarch in gezelschap van 2 konin
ginnen op 30-8-1536, dus slechts ruim een eeuw na de
dood van Willem Beukelszoon diens graf zou hebben
bezocht, indien de overledene niet een historische, maar
een legendarische figuur ware geweest. Integendeel,
zulk een eer bewijzen de groten der aarde bij uitzonde
ring aan personen van wie vaststaat, dat zij door bui
tengewone verdienste een onsterfelijke naam hebben
verworven.
Over de uitspraken van Cats en van de, volgens
de Wild, onbetrouwbare van Varnewijck haalt men
de schouders op. Waarom? Moeilijk is te aanvaar
den, dat b.v. Cats, die behalve dichter ook rechts
geleerde, staatsman en historicus was, een legendarische
als een historische figuur den volke zou hebben voor
gesteld. Cats was een Zeeuw; zijn gewest, daaronder
ook Zierikzee, reedde in zijn jaren nog 113 van de
ca. 800 Nederlandse buizen uit. Cats woonde jaren in
genoemde plaats, zodat geenszins is uitgesloten, dat hij
87