No. 2 hengstboer gereed om de struiken te keren. Het dorsen was een zwaar werk dat in ploegen verricht werd. Het viertal dat aan aflossing toe was genoot geen rust, maar bond de leeggeslagen bossen op en veegde de peul schillen van de zaadvloer. Na honderd bossen riep één van de binders: „Bier of jenever!" Die roep klonk nooit tevergeefs en tien keer daags, want duizend gedorste struiken vorm den met elkaar een dagtaak. Een kom hete koffie van de boerderij hield de werkers in evenwicht. De laatste dag verliep het plezierigst. De boer werd in geijkte kreupelrijmen toegespro ken, de brandewijnkom ging rond en 's avonds wachtte op de hofstee een feestmaal: brood met kaas, krentenbrood, gedroogde scharretjes. Tot slot deelde de boer zijn fooien uit en daar mee was het gedaan. Tegen het eind van de vorige eeuw voor spelden velen de ondergang van de koolzaad teelt. Petroleum verving de raapolie steeds meer; dat het koolzaad eens op grote schaal grondstof zou leveren voor de margarine bereiding kon niemand voorzien. De heren A. Walraven en F. P. Polderdijk beschreven het dorsen en „zaadfooien" uit voerig en ongetwijfeld punctueel. Men raad plege daarvoor de „Geschiedenis en plaats beschrijving van Nieuw- en Sint Joosland", een historische verhandeling van genoemde heren, beiden landbouwers. Het boekje ver scheen bij Altorffer te Middelburg, 1896. De drie prentjes zijn reprodukties van an sichtkaarten van de gebroeders Van Straaten, uit het begin van de 20e eeuw. 46. In Aardenburg en omgeving het stroom gebied van de Stierskreek wonen mensen met welluidende namen: Virginie, Augusta, Sidona, Leonie of: Edemondus, Seraphinus. Hier staat dan Seraphinus Roman, die bij gelegenheid van de inhuldiging van Koningin Wilhelmina (6 september 1898) langs de gevel van zijn estaminet de stamboom der Oranjes 89

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1961 | | pagina 25