ZEEUWS TIJDSCHRIFT No. 2 kreekbedding over te gaan in een hoge kreek rug. De grond voor en achter deze weg/dijk is daarentegen praktisch gelijk van opbouw. Wel ligt het maaiveld buiten de dijk soms iets hoger figuur 9). Het is dus duidelijk, dat de dam of dijk gediend heeft, om door zee-inbraken ontstane kreken, af te dammen. Dit moet vrij vlug na deze inbraken ge beurd zijn. De opslibbing van de ontstane erosiegeul heeft nl. op het tijdstip van de aan leg van de dam nog nauwelijks plaats gehad. Bovendien vertonen vele van dergelijke kreken scherpe hoeken en vormen ze typisch een vreemd element in het landschap (zie figuur 8). Buiten de dam is de uitgeschuurde kreek echter dichtgeslibd. Als gevolg van de ongelijke klink na de ontwatering van het gebied, waarbij het land naast de kreek met meer veen in de on dergrond sterker klonk dan de grond ter plaatse van de kreek, kwamen deze kreken als ruggen in het land te liggen. Het geringe overige verschil in bodemgesteldheid buiten en binnen de dijk/dam, wijst erop, dat spoedig na aanleg van de dammen of dijken meer naar de zee toe een nieuwe dijk, vermoedelijk een ringdijk om het gehele gebied, is aan gelegd. In het gebied van Noordwelle op Schouwen is de inbraak diep landinwaarts doorgedron Fig. 8. Gedeelte van de gedetailleerde bodemkaart van de polder Scherpenisse (Tholen). Erosiekreek, waarlangs nog geen sedimentatie heeft plaats gevonden. In het rechter gedeelte van de figuur heeft de erosiekreek de bedding van een bestaande, reeds gedeeltelijk verlande kreek uitgeschuurd. 1. lage kreekbeddinggrond (erosiegeul); 2. oude kreekruggrond; 3. oude overgangsgrond; 4. oude poelgrond. gen tot voorbij Serooskerke en een heel eind in de richting van Haamstede. Hier is een hele reeks van lage kreekbeddingen te vinden, die plotseling in hoge kreekruggen overgaan ter plaatse van de reeks op elkaar aanslui tende wegen, de Kooimansweg, Welle- leweg, Hakeweg, Molenweg, Oostweg, Kloos- terweg (zie figuur 9 en 10). Het aangrijpings punt voor deze inbraak lag tussen Renesse/ Moermont en Scharendijke. Een van deze in braakkreken is de bekende Grevelinge. De thans onder het duinzand bedolven Scel- veringe behoorde vermoedelijk ook tot dit sys teem. Noordwelle ligt ten noorden van deze dammenreeks, Zuidwelle ten zuiden hiervan. Deze reeks wegen of dijken sluit in het westen aan op het duinzandgebied en loopt naar het oosten en zuiden toe op enkele kilo meters landinwaarts evenwijdig aan de Oude Schouwse Dijk. Duivendijke is één van deze dammen of dijken. Binnen deze dijk loopt een tweede reeks wegen, de Ringdijk, Hoge weg e.d. Er zijn geen aanwijzingen, dat deze laatste weg/dijk ook werkelijk zeewerend is geweest. Mogelijk betreft het hier een dijk, die bedoeld was om het lage gedeelte van Schouwen met zijn moernering te beschermen tegen het van het hoger gelegen noordelijk gebied stromend op pervlaktewater. Ten noorden van onze dijk Kooimansweg, Wellenweg etc. is reeds spoedig een nieuwe dijk aangelegd, van Scharendijke naar Ouden- dijke en vervolgens ombuigend naar het noor den. Deze dijk, of althans een gedeelte ervan, staat bekend onder de naam Kuiersdam. Een perceel in deze omgeving heet ,,De Nieuwe dijk". Het meer landinwaarts op een zwak ontwikkelde kreekrug gelegen dorp Ellemeet is naar deze dijk verplaatst (Oudendijke). Bui ten de dijk is het oude kernland geheel ver dwenen. Hier moet de zee dus geruime tijd en in elk geval met veel kracht toegang gehad hebben. Een lage kreekbedding verbindt het slot „Moermont" met de dijk. Op deze manier hebben de slotbewoners dus nog enige tijd verbinding met de zee weten te houden. Ten 72

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1961 | | pagina 8