ZEEUWS TIJDSCHRIFT No. 3 bestaande kreken verbinden tot een aantrek kelijk natuur- en binnenwatersportgebied. VOOR zulk een land-der-toekomst, zullen de weg der minste weerstand en het com promis ontoereikend blijken, doch zullen „de plannen zoveel mogelijk als multiple pur pose projecten dienen te worden opgezet" (li teratuur 1, pag. 118). Deze „ruimtelijke or dening is niet alleen een zaak die de gehele burgerij aangaat, maar bovenal een proces dat zonder actieve inschakeling van die burgerij niet tot succes kan leiden" (literatuur 1, pag. 116). Hieybij „zijn voor het regionaal beleid de provinciale besturen het verantwoordelijk orgaan. In Nederland ligt juist bij de provincie een belangrijk coördinatiecentrum, omdat hier de bevoegdheid tot vaststelling van streek plannen en goedkeuring van uitbreidingsplan nen samenkomt met andere taken bij de regio nale ontwikkeling" (literatuur 1, pag. 125). Indien dan de bewoners van Zeeuwsch- Vlaanderen zich bewust gaan worden van de rijke kansen hunner toekomst en deze eendrachtig najagen, daarbij boven eigen en groepsbelang uitziend, Indien de gemeentebesturen zich richten op een positief bevorderen der mogelijkheden in een grotere conceptie dan het tot nog toe bereikte zwakke compromis, Indien het provinciaal bestuur, zich bewust van haar beleidstaak, wijdt aan dit duide lijk doel, zonder energieversplintering aan onbelangrijker projecten, Indien de regering haar beloften honoreert en de haar ter beschikking staande diensten wekt uit hun lethargie en opdraagt te ko men tot een gecoördineerd ontwikkelings plan, Dan wacht dit land „waar eens 't gekrijs der meeuwen, verstierf aan 't stille strand", een grootse toekomst. „Luide triomfe in Vlaanderland". Dan zal de Vlaams-Zeeuwse cultuur de Franse- en Noord-Nederlandse beschaving nieuwe impulsen schenken. Dan zal de Beneluxgedachte hier eindelijk tot gelding komen, waarbij voor West- Europa een nieuwe dageraad gloort. Literatuur: 1. Nota inzake de ruimtelijke ordening in Nederland. 's-Gravenhage 1960. 2. De ontwikkeling van de ruilverkaveling in Neder land en haar verhouding tot de ruimtelijke ordening. Ir. S. Herweijer. Stedebouw Volkshuisvesting. No vember 1960. 3. Industrie en ruimtelijk beleid. Cie ruimtelijke orde ning centrale werkgeversorganisaties. November 1959. 4. Nieuwe concentratie en decentralisatie tendensen van de industrie in West-Europa in verband met de planologische consequenties. Dr. J. Winsemius, 's-Gravenhage 1957. 5. Sociale aspecten van de ruimtelijke ontwikkeling van Zuidwest-Nederland. 's-Gravenhage, april 1959. 6. Toekomstige ontwikkelingsmogelijkheden van Oost en West-Vlaanderen en Zeeland. Brugge, oktober 1957. 7. De ontwikkeling der landschaparchitectuur in Ne derland. N. M. de Jonge, Land en Water, januari/ februari 1960. 100

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1961 | | pagina 4