Enkele facetten van de inkomens-
en vermogensverdeling in Zeeland
No. 3
ZEEUWS TIJDSCHRIFT
C. de Galan
I LTIMO 1959 zijn de C.B.S.-statistieken over de inkomens-
I I verdeling in 1955 en de vermogensverdeling in 1956 uit-
gekomen. Hierin zijn gegevens gepubliceerd omtrent de
persoonlijke en regionale verdeling van inkomens en vermogen. Het
loont de moeite deze gegevens voor Zeeland aan een nadere be
schouwing te onderwerpen.
HET is goed voorop te stellen, dat het
basismateriaal waaruit de gegevens om
trent de inkomens- en vermogensver
deling is geput, afkomstig is van de Belasting
dienst. Dit betekent, dat een aantal onzuiver
heden niet was te vermijden, zowel ten gevolge
van onjuiste opgaven als door de minimum
grenzen aan inkomen en vermogen gesteld om
belastbaar te zijn. Dit laatste is vooral van
belang voor de vermogensverdeling, waarin
door het ontbreken van gegevens beneden glo
baal 30.000,een belangrijk hiaat steekt.
Het blijkt dan ook, dat nog geen 4 °/o van de
Nederlandse bevolking in de vermogensbelas
ting valt.
Ondertussen zijn deze bezwaren veel minder
belangrijk voor het onderling vergelijken van
regionale cijfers, waartoe ik mij in het onder
staande zal beperken.
Provinciaal inkomen.
ZEELAND neemt wat betreft de inko
mensverdeling onder de Nederlandse
provincies een eervolle positie in. Na de
oorlog klasseert ons gewest zich steeds als
vierde, na de drie westelijke provincies Noord-
Holland, Zuid-Holland en Utrecht. Van de
provincies die niet een deel van de Randstad
Holland herbergen vertoont Zeeland het hoog
ste gemiddelde inkomen per inwoner, een ge
middelde dat nagenoeg gelijk is aan het lande
lijke. De sociaal-economische problemen liggen
in deze provincie dus niet in het vlak van het
inkomen en in dit opzicht gaat dan ook een
vergelijking met het noorden niet op, waar
het gemiddelde inkomen laag is en ook het
groeipercentage belangrijk onder het Neder
lands gemiddelde ligt. Uit de gegevens omtrent
de inkomensverdeling kan worden afgeleid,
dat het „provinciale inkomen" dat wil
zeggen de totaliteit, met als vergelijkbare lan
delijke grootheid het nationaal inkomen in
overeenstemming is met het relatieve bevol
kingsaantal; het bedroeg in 1955 naar schat
ting rond 650 miljoen en zal in 1959 bijna
800 miljoen hebben bedragen.
Regionale verdeling.
HET gemiddelde inkomen per hoofd van
de bevolking is niet in alle delen van
Zeeland even groot en evenmin is de
toeneming ervan overal ongeveer even sterk
geweest. Onderstaande tabel geeft hiervan een
indruk.
101