Zeeuws prentenboek 56 en 57. In het „Verslag, gedaan door Burgemeester en Wethouders van Middelburg aan de Raad dier gemeente, 1897" werd voor de eerste keer melding gemaakt van de stoomtram, die sinds kort tussen Middelburg en Vlissingen reed. Het was de tram waarvan een zanglustig publiek gewaagde: Zeg jongens gaat opzij, daar komt de tram voorbij; hij rijdt in drie kwartier van Vlissingen naar hier. De onderneming die deze verbinding tussen de twee Walcherse steden tot stand had ge bracht was een Brusselse, de „Société anonyme des Tramways a vapeur de FlessingueMid- delbourg et extensions". Zij vervoerde ten naastebij vierhonderdduizend passagiers per jaar. Met een tram-stel van de S.A. vond op 27 september 1909 een ongeluk plaats. De Middelburgsche Courant van 29 september meldde: „Met de tram, die om half 4 van Vlis singen naar Middelburg vertrekt, gebeurde Maandagmiddag even voorbij Souburg een ernstig ongeluk. Toen de tram vlak voor de brug over den Vlissingschen watergang was, ontspoorde plotseling de locomotief. Zij liep dwars de brug over, verbrak het ijzeren hek werk en reed het water in, waar zij op den kop kwam te staan. De twee eerstvolgende wagens ontspoorden eveneens. De eerste bleef op den rand van de brug staan, waarschijnlijk doordat de koppeling van de machine tijdig afbrak. De machinist J. v. d. M. en de stoker J. S. konden niet tijdig genoeg van de machine afkomen en maakten de buiteling mede. Bei den slaagden er in, met een nat pak natuurlijk, zich op den wal te helpen." No. 4 te Souburg ep 2ï Sept. 3909 148

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1961 | | pagina 24