No. 4
ZEEUWS TIJDSCHRIFT
St. Annaland.
opgenomen, vroeger aanwezig in de korenmolen „De
Hoop" te St. Philipsland.
Die wat weet te zeggen van het mijne
Die gaat naar huis en beziet het zijne.
Vindt hij het zijne zonder gebreken,
Dan komt hij over de mijne spreken.
Al had ik Salomo's wijsheid en Simons gewin,
Zo kan ik niet malen naar iedermans zin.
Ik sta hier op den berg, wat kan ik meerder wenschen
Dan zegen van den Heer en neering van de menschen."
Van de 17e eeuwse standerdmolen te St. Annaland
hierbij afgebeeld wordt onder historische bij
zonderheden het volgende gezegd: „De molen was
oorspronkelijk een dwangmolen. Thans nog wordt aan
de ambachtsheer een erfpacht van 90,per jaar
betaald. Het koopcontract van 23 april 1760 bestaat
nog en is in handen van de rentmeester van de am
bachtsheer". Artikel 6 van dit contract houdt in dat
de koper verplicht was te zorgen dat de molenaar
jaarlijks aan de armen van St. Annaland vier zakken
goede tarwe uitkeerde „op zoodanigen tijd en aan
zoodanige lieden als hem jaarlijks door den rentmeester
zal worden opgegeven." Verder werd de molenaar ge
houden elk jaar twee leren brandemmers te leveren of
in de plaats daarvan twee rijksdaalders, ter keuze van
de magistraat.
De molen te Ovezande die in 1884 gezet is, was voor
dien een watermolen, van elders overgebracht; het
zelfde geldt voor de molen te Kerkwerve van 1886,
volgens overlevering afkomstig uit de omgeving van
Leerdam. Op de in 1953 weggespoelde buil van laatst
genoemde molen stond o.m.:
„Eertijds was ik alleen van hout
Maar nu in steen en riet herbouwd,
En hoger vlucht gegeven.
Want door het malen van het graan,
Vindt gij al zoo ook Uw bestaan
Wat noodig is voor het leven."
Dit is maar een greep uit de bonte verscheidenheid
van het Zeeuwse Molenboek. Wij zijn zeer benieuwd
wat de inleiding ons zal brengen, want over de molens
in de geschiedenis is veel te vertellen. De deskundigheid
van Van Hoogstraten staat er voor borg, dat hij ons
geen stenen voor brood zal geven.
„De Gouden Croone"
DE Nationale Levensverzekering-Bank N.V. te
Rotterdam heeft in Middelburg het oude heren
huis op de Houtkaai, nr. 17, laten restaureren
en ingericht als bijkantoor voor de provincie
Zeeland. Toen het kantoor deze zomer in gebruik
werd genomen, was het een goede gelegenheid om in
geschrifte iets over „Ons huis in Middelburg" mee te
delen. Van de geschiedenis van „De Gouden Croone"
is niet zoveel bekend, maar de redacteur van dit
tijdschrift G. A. de Kok, heeft de feiten als raam
werk gebruikt om met zijn verbeelding te vullen. „Het
heeft woelige stoeten langs zijn vensters zien trekken,
prinsgezinden en aanhangers van de regenten, het heeft
tijden van drukke nering gekend en jaren van stilstand
en teruggang." Zo beleven we ook wat van de ge
schiedenis van Middelburg. Een van de goed ver
zorgde illustraties in „Ons huis in Middelburg" laat
de in de vergaderzaal aangebrachte wandschilderingen
zien van Govert van Emmerik, in 1808 te Dordrecht
geboren.
WANNEER bepaalde periodieken niet toege
zonden werden, zou men artikelen over het
hoofd zien, die de moeite van het vermelden
zeker waard zijn. Ds. F. S. Kloosterman
heeft in „Hervormd Vlissingen" van 11 augustus 1961
de „Zegels van de Herv. Gemeenten te Vlissingen"
behandeld. Bij het vergelijken van de verschillende
vormen van het kerkzegel „valt de merkwaardige
parallellie op tussen het stadswapen en de voorstelling
van het 17e eeuwse zegel".
Tholen.
151