No. 5 ZEEUWS TIJDSCHRIFT van Axel heeft in de loop der eeuwen Vlaamse invloed ondergaan, zelfs in het dialect. Van culturele grenscontacten in de wezenlijke be tekenis van het woord, waarbij dus de rela ties op cultureel gebied berusten op verwant schap in taal en afstamming, op vroegere staatkundige eenheid of historische kerkelijke bindingen, kan dan ook alleen gesproken wor den bij Zeeuwsch-Vlaanderen. Dit geldt dus in geen geval voor de „eilanden". De Zeeuwsch-Vlaming voelt zich geen Zeeuw, wel Nederlander. Vóór 1940 had dit gebied geen noemenswaard contact met Noord-Nederland, het onderging slechts de officiële invloed van onderwijs, krant (ge deeltelijk), radio en wetgeving. Van een intens cultureel grensverkeer kon den (en kunnen) we niet spreken, door het enorme verschil in het cultureel potentieel tussen de beide partners. Zeeuwsch-Vlaanderen, in 1648 een volledig geruïneerd gebied, vernield door opzettelijke inundaties en dijkdoorbraken in de strijd om het Scheldebezit tussen de Spaanse en Staatse troepen, een wingewest tot 1800, met een ver armde agrarische bevolking heeft bij zijn ge leidelijke heropstanding een struggle for life moeten voeren, die niet in de eerste plaats ten goede kwam aan de culturele heropstanding. En nu Zeeuwsch-Vlaanderen een bloeiend gewest is, met een op hoog peil staande land bouw en een zich steeds verder ontplooiende industrie, blijft het een gebied van amper 100.000 inwoners, dat cultureel niet aan de knieën reiken kan van de beide Vlaanderens, met hun eeuwenoude cultuur en hun bloeiende moderne beschaving. TOCH merken we voor 1940 reeds symp tomen van groeiend cultureel contact tussen Zeeuwsch-Vlaanderen en Vlaan deren. De opvoeringen van het Vlaamse Volkstoneel, dat tot de avant-garde behoorde en tot doelstelling had de Vlaamse gedachte te dienen door de kunst, (opvoeringen van stukken van Anton van de Velde, Paul de Mont, Willem Putman, Michel de Gelder ode en van het Vlaamse en Nederlandse klassieke toneel) werden door vele Zeeuwsch-Vlamin- gen regelmatig bezocht, niet alleen gedreven door artistieke aspiraties, maar ook door het Vlaamse bewustzijn van de saamhorigheid. Regelmatig gaf dit Vlaams Volkstoneel voorstellingen in Zeeuwsch-Vlaanderen. Het was dan ook geen toeval dat bij de huldiging van het Volkstoneel in Sint Niklaas een Zeeuwsch-Vlaamse dierenarts sprak en bij de herdenking van de jonggestorven Renaat Verheijen te Antwerpen, één van de drie sprekers een Zeeuwsch-Vlaamse leraar was. Het actieve Davidsfonds won ook leden in Zeeuwsch-Vlaanderen. Ze ontvingen niet al leen de boeken uit de Volksserie en de Keur- serie, maar ze bezochten graag de culturele bij eenkomsten in de naburige Vlaamse plaatsen. De katholieke onderwijzersbonden vonden contact via Vlaamse sprekers. Ze belegden verbroederingsbijeenkomsten te Temsche en Brugge, waar o.m. toneel werd gespeeld en musea werden bezocht. De onderwijsvernieuwing die in Vlaanderen urgent werd via het befaamde Belgisch leer plan, dat de aandacht trok van de pedago gische wereldpers, drong door in bepaalde Zeeuwsch-Vlaamse scholen. Vanuit Zeeuwsch- Vlaanderen klonk daardoor een wekroep tot hernieuwing van het Nederlands onderwijs. Openluchtvoorstellingen van Hulsterse openluchtspelen (Reinaert de Vos en Ter Kruisvaart) groeiden tot Vlaamse manifesta ties onder regie van Vlaamse regisseurs als Frater Boon en R. Verheijen. De activiteiten van de Oudheidkundige Kring de Vier Ambachten, leidden tot intense grenscontacten, die zich niet beperkten tot uitwisseling van sprekers, maar ook tot een regelmatig wederzijds bezoek aan historisch- belangwekkende projecten. Door deze activiteiten groeide in samen werking met de Landbouwdagen te Hulst, het plan om de Reinaert te herdenken, het geen geschiedde door de opvoering van het juist genoemde Reinaertspel en de oprichting van een Reinaertmonument in Hulst in 1938, 163

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1961 | | pagina 11