Belangrijker lijken ons de niet-offi- ZEEUWS TIJDSCHRIFT No. 5 van de Antwerpse kunstenaar Damen. Bij de onthulling ervan en de academische zitting die bij deze gelegenheid gehouden werd, werd o.m. het woord gevoerd door prof. Muller uit Leiden en Leonard Willems uit Gent. Ook Stracke en Stijn Streuvels waren aanwezig. Naast deze levendige contacten, mogen, als vanzelfsprekend vermeld worden, de be zoeken aan opera, toneel, exposities en optoch ten, voornamelijk te Antwerpen, Brugge en Gent en de incidentele uitwisseling van ama teurtoneel en -muziek. Na 1945. WE constateerden reeds, dat na 1945 een intensivering van de contacten tussen grensprovincies plaats had, ook via de officiële instanties. In Zeeland groeide dit tot een unieke culturele uitwisse ling met de provincie Oost-Vlaanderen. De „Zie Zeeland-tentoonstelling" te Gent in 1950, met spreekbeurten en voordrachten en de fraaie tentoonstelling „Oost-Vlaande ren Vlagt" te Middelburg met het optreden van het nationaal orkest uit België, de Gentse Oratoriumvereniging en een opvoering van „De getemde feeks" door het Nationaal To neel uit België, wekten hoge verwachtingen voor de toekomst. Het is jammer dat deze officiële uitwisse lingen, die nog zeer veel mogelijkheden bieden, door bepaalde moeilijkheden gestrand zijn. Op officieel vlak lag ook de tentoonstelling van een groep geselecteerde schilders uit West- Vlaanderen te Middelburg in 1961. Zeeland zal in Brugge als tegenprestatie een represen tatieve tentoonstelling van Zeeuwse beeldende kunst verzorgen. Spontane uitwisselingen. ciële uitwisselingen en contacten, omdat deze meer voortkomen uit een besef van saamhorigheid, van taal- en stamverbon- denheid. Zo werd het oude Reinaert-epos aanleiding tot het ontstaan van z.g. Reinaertdagente Hulst. Deze groeiden uit een intense samen werking tussen de kunstkring van de Vos Reinaerde te Hulst en leden van de Biblio- theca Wasiana te Sint-Niklaas en andere Oost-Vlaamse Reinaertvorsers. Op acade mische zittingen te Hulst en St. Niklaas spraken Noord- en Zuidnederlandse geleer den en het puikje van de Vlaamse intellec tuelen kwam er samen. Als neven-activiteiten van de Reinaertdagen zijn het vermelden waard: schilderijententoon stellingen van Vlaamse en Zeeuwse schilders, een literaire dag, waarop Zeeuwse en Vlaamse literatoren elkaar ontmoetten en de organisatie van een Frans-Vlaamse dag, die tot een apart evenement is uitgegroeid en afzonderlijk leven heeft gekregen naast de Frans-Vlaamse dagen te Waregem en Hasebroek. Ook de „Reinaert-optocht"die in 1961 onder leiding van de Vlaamse kunstenaar An ton van der Plaatse stond, lijkt uit te groeien tot een traditie, die vele Vlamingen trekt. Het Reinaertpad, gemarkeerd door stijl volle rustbanken, voert van Hulsterloo (Nieuw-Namen) tot Destelbergen bij Gent. OOK het tentoonstellingsleven beleefde verscheidene merkwaardige evenemen ten. De Federatie Noord-Zuid, waar van het bestuur gevormd werd door Zeeuwen, Oost- en West-Vlamingen, streefde naar re presentatieve tentoonstellingen van moderne Vlaamse, Zeeuwse (en Noord-Brabantse) beeldende kunst. In Hulst vonden twee tentoonstellingen plaats. IJzendijkse tentoonstellingen, die vooral aan het prijzenswaardig initiatief van burge meester Von Bonninghausen hun ontstaan te danken hadden, maar die geen specifiek Zeeuwsch-Vlaamse inslag hadden, trokken veel Vlaamse bezoekers. Ook de tentoonstelling van de 17de eeuwse gebroeders De Vos te Hulst in 1960, ontstond door een voorbeeldige samenwerking tussen Hulst, Vlaanderen en Den Haag. De bezoekers aan deze tentoonstellingen be- 164

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1961 | | pagina 12