Is animo Zeeland te verlaten groot? Proefschrift dr. C. Boekestijn ZEEUWS TIJDSCHRIFT No. 5 1. Regelmatig contact tussen onderwijzers en leraren, en bezoeken van eikaars scholen (dit gebeurt nu incidenteel). 2. Het in contact brengen van de leerlingen van middelbare scholen op culturele da gen, zoals een proef genomen is voor Zeeuwsch-Vlaamse scholen te Hulst (leer lingenontmoetingen op gebied van de clamatie toneel-, zang-, teken- en dans- ontmoetingen géén wedstrijden). 3. Het regelmatig bezoeken van schoolop- voeringen te Gent en Antwerpen door leerlingen van het voortgezet onderwijs. 4. Het regelmatig met elkaar in contact bren gen van jeugdverenigingen. Dit is niet eenvoudig door het verschil in structuur, bloei en tucht! 5. De oprichting van scholen voor amateuris tische kunstbeoefening met inschakeling voor Zeeuwsch-Vlaanderen van Vlaamse leraren. 6. Het intensiveren van de contacten op hel gebied van de amateuristische kunstbe oefening: muziek, zang, toneel, operette, dans, beeldende kunst. Hierbij ligt nog een uitgebreid terrein braak. Incidentele contacten kunnen hierbij uitstekend studie materiaal vormen. 7. Zeker voor Zeeuwsch-Vlaanderen vormen de beide Vlaanderens (en Antwerpen) het culturele achterland. Ook voor verdere studie liggen Gent en Antwerpen uiterst gunstig (30-40 km). Is de tijd nog steeds niet rijp, om te komen tot erkenning in Noord-Nederland van bepaalde Zuidnederlandse universitaire diploma's 8. Activeren van instanties die de volkscul tuur dienen en die kunnen meewerken om de financiële moeilijkheden te over winnen die een sterk geïntensiveerd cul tureel grensverkeer in bepaalde gevallen zeker met zich meebrengt. Drs. M. C. Verburg BINDING aan de streek" heet het proefschrift waarmee dr. C. Boekestijn enige weken geleden cum laude de graad van doctor behaalde aan de Vrije Universiteit te Am sterdam. De ondertitel omschrijft het onderwerp nader als een onderzoek naar de migratie-animo onder jongere arbeiders in midden-Zeeland. HET gaat om de motieven van de mensen om hier te blijven of te vertrekken. Wij beschikken over uitvoerige cijfers, maar over de houding van individuen weten wij weinig. Wat voor werkelijkheid ligt er achter de migratiestatistiek? Sociaal-geografen houden zich bezig met de invloed van het mi lieu op het ontstaan van nederzettingen; de natuurlijke en culturele omstandigheden zijn voor hen bepalend. De sociografie en sociolo gie geven zich rekenschap van de mens in groepsverband, een ruimer thema. Zo is de tegenstelling tussen oude en nieuwe inwoners van een stad een studie-object voor hen. Voor de economie is de tegenstelling tussen het vermogen van de welvaartsbronnen en de na tuurlijke bevolkingsaanwas van belang. Het betreft hier dus steeds een benadering van de 166

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1961 | | pagina 14