ZEEUWS TIJDSCHRIFT No. 1 konden alleen met grote moeite worden ver kregen en daar kan het personeel dat die tijd heeft meegemaakt van meepraten. Deze gehele oorlogsperiode was voor het reizend publiek een ergernis en men wilde blijkbaar niet geloven, dat alles werd beproefd om zoveel belangen als mogelijk was te dienen. DE afvaartlijsten uit die tijd, maken een zo verwarrende indruk, dat niet voor niets mr. J. P. Cau op 9 november 1917 de opmerking moest maken, dat als een „Hollander" naar Zierikzee moest reizen, hij eerst naar „Lissone" moest gaan om uit te vinden wanneer hij die stad zou kunnen be reiken. Want men voer maar met één schip en als op de afvaartlijst de morgendienst van Zierikzee was uitgevallen, dan klaagden de Zierikzee- enaars en als die vanaf Middelburg was ge supprimeerd, dan kwamen er ook vandaar boze brieven of „Ingezonden stukken". Eerst op 5 april 1921 kon de „Schouwen" worden vrijgegeven en werd de dienst tussen Middelburg en Zierikzee normaal hervat, maar in september van dat jaar werd ander maal de „Schouwen" aan de dienst ontrok ken en vervangen door de veel minder com fortabele „Walsoorden" van de „Wester- scheldedienst". Hierover was men op Schouwen zeer on tevreden en men gaf de schuld aan de heer Van Rompu, die, gelijk men zeide, Zeeuwsch- Vlaanderen „voortrok"! EEN grote verbetering was de vervanging van de omnibus Goes-Katse Veer door een autobus van de heer J. C. Krijger te Goes op 1 juli 1920. Hier is veel over te doen geweest, want het concessiestelsel was nog niet volmaakt en zelfs reed een korte tijd de heer Van Strien met een concurrerende autobus. In ieder geval de autobus van Krijger voorzag in een behoefte; het was een „Re nault", met plaatsruimte voor 16 personen en de afstand station Goes-steiger Katse Veer kon worden afgelegd in 20 minuten, terwijl de omnibus er dikwijls 50 minuten over deed! Wij zijn nu in de periode van de autobussen en het is daarom niet te verwonderen, dat op 14 mei 1923 de vaart op Middelburg werd gestaakt, dat als eindpunt Wolphaartsdijk werd gekozen en dat de passagiers van Mid delburg daarheen met een autobus werden vervoerd. Deze dienst werd eerst geëxploiteerd door de autodienst „Walcheren", directeur de heer Hiller, met een grote „Renault"-autobus met twee klassen, die echter het ongeluk had te weinig kracht te kunnen ontwikkelen. Deze autodienst was niet succesvol en werd op 5 oktober 1924 vervangen door een van de heer L. Goedbloed te Vlissingen. Ten gevolge van deze vaartverkorting kon den nu met één schip drie reizen vice versa worden gemaakt zonder gevaar te lopen dat de dienst door een of ander oponthoud in de war werd gestuurd. Door het laten vervallen van de dienst Wolphaartsdijk-Middelburg was wel een be zuiniging verkregen, maar uit een toeristisch oogpunt was het een stap terug. Het vreemdelingenverkeer had zich, zij het dan schoorvoetend naar de „Oosterschelde- dienst" gericht. Zierikzee trok meer en meer Luitje, aanlegplaats Zierikzee met s.s. N.-Beveland, 1931. 16

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1962 | | pagina 16