De gedaanteverwisseling van hel Zeeuwse landschap
ZEEUWS TIJDSCHRIFT
No. 1
In gindse engte Caolas van Odrum
Waar zeehonden slapen
Waar de stem des mensen niet wordt gehoord
Doch slechts de stem der golven
En de roep der wilde ganzen
Zoals een Moeder haar kinderen
In slaap wiegt zo zacht
Zoals zeegolven wiegen
Eeuwig wiegen, zeer zacht.
De Konings-zeehond schreidt treurig 2)
De wilde zwaan zingt aan zijn zij
Maar de meermin spint aan haar dromen
In de eenzaamheid van haar loch
2) „Zeehonden schreien en zingen als mensen", werd
mij in de Highlands verscheidene malen verzekerd.
Daarom zijn zij dan ook „Kinderen van de Koning
van Lochlann onder betovering!" Voordat zij betoverd
werden, waren zij mensen.
Een kanttekening bij
door Ir. M. A. Geuze. Zeeuws Tijdschrift no. 6, 1961, blz. 213221
Men zou wensen, dat iedere leek zoveel
belangstelling toonde voor een terrein, dat
buiten zijn vakgebied ligt; dan zou de vak
man meer tijd hebben om belangstellende leek
te kunnen worden!
Enige opmerkingen wil ik als belangstellend
vakman over dit artikel maken:
1.
De romantische opvatting wordt niet meer
gehuldigd, omdat het wetenschappelijk onder
zoek (vooral vegetatie- en bodemkunde) van
de laatste twintig jaren duidelijk heeft aan
getoond, dat ongestoorde levensgemeenschap
pen, zeker van het niveau, waarop het begrip
landschap van toepassing is, in West-Europa
niet meer voorkomen. Het begrip anthropo-
gene vegetatie is reeds lang ingeburgerd.
2.
Uit sub 1 volgt, dat het standpunt: „nergens
iets aan doen" verlaten is, omdat men inzag,
dat veel van hetgeen gewaardeerd wordt een
gevolg is van een min of meer harmonisch
samengaan tussen de mens en de hem om
ringende natuur. Integendeel, er moet juist
wél iets gedaan worden, nl. een halt toeroepen
aan de dreigende nivellering. Vooral de land
bouw kan op dit gebied onnoemelijk veel
goeds doen: het is zo eenvoudig met een trac
tor, toegerust met sproeibomen de slootkanten
met chemische middelen te bewerken, het
waterregiem om te keren, wegen recht te
trekken, schorren in te polderen
Men is in staat kostprijsberekeningen tegen
elkaar af te wegen, ook om opbrengsten en
investeringen in een investeringseffect uit te
22