Zeeuwse kroniek ZEEUWS TIJDSCHRIFT No. 1 M. P. de Bruin Strijd om schoonheid. IN het gedenkboek van de Bond Heemschut „Strijd om schoonheid" heeft ir. R. Meischke een bijdrage geleverd over een halve eeuw monumentenzorg. Bij het herstel van in de tweede wereldoorlog zwaar beschadigde gebouwen deden zich spoedig pro blemen voor. „Het is een fundamentele eigenschap van de huidige periode om in het samengaan van oud en nieuw meer naar contrastwerking dan naar eenheid te streven." Een typisch voorbeeld hiervan is de toren bekroning te Hulst. „Gelukkig heeft men ook in een aantal gevallen, zonder zich veel zorgen te maken, een goede oude torenbekroning in de vroegere toestand herbouwd." Volgens Meischke heeft het afwijken van de oorspronkelijke vorm de nieuwe torenspitsen van 's-Gravenhage en Middelburg zeer geschaad. „Het dur ven kopiëren is ons echter niet zo bewust en vanzelf sprekend afgegaan als in sommige Oost-Europese lan den. Men heeft het vaak met een slecht geweten ge daan en zich nog te veel laten beïnvloeden door de negatieve zijden van de inzichten van de vorige pe riode. Vooral in het begin van de oorlog na de ver woesting van Rotterdam en Middelburg is een aantal gebouwen prijs gegeven en niet herbouwd, hetgeen een blijvend verlies betekent." Als voorbeeld is een af beelding van de St. Jorisdoelen te Middelburg op genomen, „vernield in 1940; een van de talrijke helaas niet herstelde slachtoffers van de laatste oorlog." Stads- en dorpsbeeld. HET restaureren van het beschermde stads- en dorpsbeeld is nog veel moeilijker dan de af zonderlijke restauraties van grote monumenten. Doe het zo onopvallend mogelijk, maak er nooit een museum van en tracht het leven te behou den." Aldus het slot van een artikel van de heer E. A. Canneman in het monumentennummer van het tijdschrift „De Nederlandse Gemeente" (15 december 1961) over de restauratie van St. Anna ter Muiden. „Overal waar dus een storend element was, is in gegrepen, zonder te vervallen in een perfectie of zon der een bepaald effect na te jagen. Betontegels in de stoepen werden vervangen door natuursteentegels, de bestratingen met keitjes werden hersteld met van elders aangevoerde oude keitjes en stoepen van IJsselklin- kertjes werden weer met ditzelfde materiaal gerepa reerd. Met veel zorg werd de oude Lodewijk XVI dorpspomp hersteld." Canneman wijst erop dat het herstel van een oude dorpskern niet alleen een kwestie van geld is. „In de eerste plaats moet men ervoor waken, dat men het dorp levend houdt, dat de bewoners toch niet het Monumenten. HET eerste nummer van het Bouwkundig Week blad" van dit jaar brengt ons een fotoreportage van de „onlangs gereedgekomen gebouwen der Provinciale Griffie" te Middelburg. De tekst bij deze reportage schetst in korte trekken de geschiedenis van de bouw. „Prof. ir. J. F. Berghoef kreeg reeds in 1942 opdracht hiervoor een ontwerp te maken, waarbij een nauwe samenwerking diende te worden ontwik keld met de hoofdarchitect van de Rijksgebouwen dienst ir. H. de Lussanet de la Sablonière te Middel burg, in wiens handen de algehele verzorging van de restauratie en nieuwbouw van het Abdij-complex is gelegd." Enerzijds zou het nieuwe kantoorgebouw aan de eisen van de moderne tijd moeten voldoen, anderzijds moest het gebouw zich harmonisch voegen tussen de te restaureren kloostergebouwen aan noord en zuidzijde van het Abdijplein. Eerst in 1956 kon het oude plan in enigszins vereenvoudigde vorm wor den uitgewerkt. De schaduweffecten van de foto's zijn zeer suggestief. Herstel van het tapijt „Slag bij Haeck" (Vrouwen polder), een Zeeuws tapijt uit 1600, vervaardigd door de wevers De Maeght. 26

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1962 | | pagina 26