V T V V v No. 2 ZEEUWS TIJDSCHRIFT W v v r <ÏAM2m. W'ói.U fcHo v. ThV Om de behoefte aan zout en brandstof te bevredigen werd de z.g. zei- en moernering toegepast; dat is het graven van het veen on der het dunne kleidek vandaan, waarna dit gedroogd en verbrand werd om ten slotte uit de, in weinig water opgeloste, as het zout te laten uitkristalliseren. Daarnaast werd ook veen als brandstof gebruikt. Deze grondstof winning gebeurde niet over homogene opper vlakten, evenmin als dat vroeger in b.v. Dren the en Overijsel met turf geschiedde, zodat kleirichels en smalle kleistreken bleven staan. Eerst in 1599 werd er een voorschrift uitge vaardigd, dat het gemoerde terrein vlak op geleverd diende te worden. Op deze klei richels, die droger en daardoor betere beworte- lingsmogelijkheden boden dan de laagten, kon den zich verschillende struikensoorten vesti gen, waarvan de meidoorn de belangrijkste is. Verondersteld zou kunnen worden, dat een deel van deze nu nog voorkomende hagen uit deze tijd stamt. Anderzijds is er veel voor te zeggen, dat het overgrote deel van deze hagen zijn ontstaan heeft gevonden in een latere tijd, toen het privé grondbezit zich begon te ont wikkelen en iedere eigenaar zijn eigen grond duidelijk markeerde. Deze hagen vormen, afgezien van de dorps beplantingen en erfbeplantingen, de enige houtige vegetaties in „De Poel". Zij hebben niet alleen een kennelijk historische waarde, doch ook een belangrijke landschappelijke en natuurwetenschappelijke waarde. Ook is het bekend, dat de aanwezigheid van deze wind schermen het klimaat dusdanig beïnvloedt, dat b.v. de melkgift van koeien er door wordt ver groot (o.a. onderzoek van dr. K. Mazek- Fialla in Oostenrijk). De natuurwetenschappelijke waarde van deze hagen ligt in het feit, dat vele door de wind opgenomen plantezaden er kiemen. Voor de struikbewonende zangvogels vormen ze de enige broedgelegenheid, terwijl voorts para sieten van voor de landbouw schadelijke in- sekten zich er kunnen ophouden. De landschappelijke waarde spreekt van zelf, omdat in een vlak landschap als „De Poel" ieder natuurlijk verticaal element de nivellering tengevolge van het overwegende horizontale accent doorbreekt. Zo ongemerkt hebben we reeds een aantal landschapselementen van „De Poel" bespro ken. Zij waren deels van natuurlijke oor sprong, deels geïnduceerd door de mens. Er werd nog niet met zoveel woorden op ge wezen, dat „De Poel" een graslandgebied bij uitstek is. Dit grasland heeft zich gevormd, nadat het ingedijkte en ontwaterde schorre in de buurt van de nederzettingen werd beweid en verderop werd gehooid. De schorreplanten verdwenen vrijwel overal, behalve plaatselijk langs de taluds der sloten, omdat het over gebleven zoute veen nog steeds zijn invloed kenbaar maakt. Ook in de nog veel voor- 39

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1962 | | pagina 11