No. 2 ZEEUWS TIJDSCHRIFT was inmiddels uitgegroeid tot 40 man. In de Kerkstraat was een magazijn ingericht, waar de nieuwste snufjes op verlichtings- en ver- warmingsgebied aanwezig waren. DE gasfabriek stond in deze jaren onder de zeer bekwame leiding van de heer J. G. van Niftrik, die behalve in deze functie voor Vlissingen op ander gebied, o.a. als wethouder, grote verdienste heeft gehad. Het verzorgingsgebied van de fabriek werd steeds groter. In 1903 werd een overeenkomst gesloten met Souburg, in 1910 volgde Koude- kerke, in 1911 Ritthem, in 1912 Arnemuiden, Nieuw- en Sint Joosland, Sint Laurens, Serooskerke, Veere, Oostkapelle en Domburg. Ook het in gebruik nemen van muntmeters deed, speciaal onder de z.g. minder gegoeden, het gebruik van gas toenemen. In verscheidene plaatsen werden door de gasfabriek winkels voor gasartikelen geopend. De winkel in Vlis singen werd in 1910 verplaatst van de Kerk straat naar de Wilhelminastraat en moest in het volgende jaar reeds weer vergroot worden. De produktie van de gasfabriek steeg ieder jaar. De oorlog 1914-1918 hield de verdere ontwikkeling even tegen, maar daarna nam deze weer ieder jaar toe. Hoewel er dus ieder jaar meer gas verbruikt werd, deden de crisis jaren ook hun invloed gelden op dit bedrijf. De gasfabriek was een particuliere maatschap pij, die winst diende te maken. Het is te be grijpen, dat de maatregelen die de maatschap pij nam, om deze winst ondanks de slechte tijden te blijven behalen, nu niet altijd over eenkwamen met de wensen van de gebruikers. Meer en meer begonnen er klachten te komen. Zo zelfs, dat de gemeenteraad in 1933 be sloot om de aan de „I.C.G.A." verleende concessie, die op 1 juli 1935 zou aflopen, in geen geval te verlengen. De gemeente knoopte onderhandelingen aan met de „N.V. Ned. In dische Gasmaatschappij" te Rotterdam en be sloot met deze maatschappij de „N.V. Zeeuw se Gas Maatschappij" te stichten in het kapi taal waarvan beide partijen voor de helft zouden deelnemen. Er zou concessie worden verleend voor de gasvoorziening in Vlissingen en de dorpen op Walcheren. Het college van Gedeputeerde Staten wenste echter, dat de provincie in deze nieuwe gasmaatschappij de aan de gemeente Vlissingen toegedachte plaats zou innemen, omdat het in de bedoeling van de maatschappij lag een belangrijk deel van Zeeland van gas te voorzien. Na bedongen te hebben dat de zetel van de maatschappij te Vlissingen zou worden gevestigd en na de toe zegging van een schadeloosstelling van 300.000,berustte de gemeente in deze nieuwe gang van zaken. De „ZEGAM" nam nog in 1934 de bezittingen en het personeel van de I.C.G.A. over en bleef tot 1943 de gas voorziening in een groot deel van Zeeland verzorgen. In laatstgenoemd jaar werd de naamloze vennootschap waar de „Ned. Ind. Gasmaatschappij" reeds in 1940 was uitge treden opgeheven en kwam het „Provinciaal Gasbedrijf Zeeland" in haar plaats. Dit was aanvankelijk een zuiver provinciaal bedrijf maar werd in 1956, na de fusie met de gas fabriek van Goes weer een naamloze vennoot schap. Honderd jaar is het geleden dat te Vlissin gen voor het eerst gas werd gebruikt. Er is sindsdien heel wat veranderd. De bereiding van het gas vindt thans niet meer te Vlis singen plaats. Binnenshuis is de gasverlichting reeds lang vervangen door elektrische. De straatverlichting door gas bestaat nog, maar het zal niet lang meer duren of deze is ook verdwenen. Het gebruik van gas, hoofdzake lijk voor verwarming is echter gebleven en een veelvoud van het gebruik in de beginperiode. Het gas behoort naast de elektriciteits- en wa tervoorziening tot de onontbeerlijke gemakken van deze eeuw. De oprichters van de gasfa- biiek in 1861 hadden ongetwijfeld grote ver wachtingen van dit bedrijf. Dat de gasvoor ziening zo'n enorme vlucht zou nemen hebben zij echter niet kunnen voorzien. 51

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1962 | | pagina 23