ZEEUWS TIJDSCHRIFT
No. 2
Afb. 12. De voornaamste ruimten, die voor het his
torisch karakter van de stad bepalend zijn (gearceerd)
en het secundaire netwerk van nog enigermate gave
straten en straatjes, dat daaraan reliëf zou kunnen
geven (gestippeld).
Afb. 13. De voor de Vlissingse renaissance typerende
accoladebogen boven de vensters en halfcirkelvormige
afsluiting van de trapgevels.
krediet voor het saneren van een verdwijnend
stadsdeel tegelijkertijd een klein postje op te
nemen voor revalidatie van een te handhaven
stuk??
Behalve de zo aantrekkelijk mogelijk te
maken bovenbedoelde primaire ruimten moet
er een verbindend netwerk van secundaire
ruimten zijn, die de eerste reliëf geven en die
nog genoeg historische elementen bevatten om
de ouderdom van de gehele structuur zicht
baar te maken (afb. 12). Daartoe kan het in
(5
een geval als dit zelfs verantwoord zijn om
een hiaat te vullen met een elders te slopen
gevel; het betreft hier immers huisjes die on
derling in vorm en formaat zo sterk verwant
zijn (afb. 13), dat men zonder bezwaar op de
plaats waar het ene door omstandigheden is
verdwenen, het andere op kan stellen. Alleen
door een zodanig netwerk kan men de hoofd
ruimten volledig tot hun recht laten komen
en de oude stad als een duidelijk geheel in het
totale conglomeraat, met zijn eigen aantrek
kelijkheid ook voor toeristen herken
baar maken.
Van zeer veel belang is ook de architectuur
van alle nieuwe bebouwing. Wanneer daarin
enerzijds bescheidenheid en anderzijds origi
naliteit ontbreekt is er weinig kans, dat oud
en nieuw samen een interessant en harmonisch
geheel op zullen leveren. In vele oude steden
ziet men, dat de nieuwe gebouwen tussen de
oude bebouwing te weinig bescheidenheid to
nen, maar meestal juist opvallen door opdrin
gerige lelijkheid. Hier in Vlissingen is de
nieuwe bebouwing in het oosten en westen
van de oude stad bescheiden genoeg, maar het
is wel erg moeilijk er enige originaliteit in te
vinden. Wanneer het mogelijk blijkt om bij
het uitwerken van het saneringsplan met en
kele der bovenstaande suggesties rekening te
houden voor wat betreft de oude bebouwing,
en wanneer het lukt de gulden middenweg te
vinden tussen de bedoelde originaliteit en be
scheidenheid voor wat betreft de nieuwe be
bouwing, dan hebben we hoop dat de toe
komstige bezoeker van Vlissingen in deze
uit de geschiedenis zo bekende stad inder
daad nog een fraai, historisch gegroeid en
levendig centrum zal aantreffen.
O r
36