No. 3 ZEEUWS TIJDSCHRIFT weg buiten de bebouwde kommen op Walche ren. Aanvankelijk bedoeld als een „onder- houdslichaam" het verzorgen en beheren van de in herverkavelingsverband aangelegde wegen is het de laatste jaren uitgegroeid tot een lichaam, dat indirect een belangrijke rol speelt bij de bevordering van de recreatie mogelijkheden. Gedacht moet hierbij worden aan de verbreding van recreatiewegen, de ont sluiting van recreatiegebieden en de aanleg van parkeerterreinen. Ook op onderwijsgebied is een ruimere visie dan alleen de plaatselijke in veel gevallen noodzakelijk. Maar vooral bij de oprichting van z.g. streekscholen ziet men niet zelden, dat plaatselijke sentimenten een rol spelen, waardoor de regionale belangenbehartiging in de verdrukking komt. DEZE enkele grepen uit de bestuursprak tijk bewijzen naar mijn overtuiging vol doende, dat op tal van vitale punten „bovengemeentelijk" moet worden gedacht, zowel door bestuurders als door ambtenaren. We moeten dat allemaal nog min of meer leren. Bij de aanvaarding van de E.E.G.- en Euratoom-verdragen zijn we allen ook niet meteen voor 100% Europeaan geworden! Maar zo goed als we supra-nationaal moeten leren denken, zo zullen we er ook aan moeten wennen, dat belangen, die uitgaan boven die van de eigen plaats, alleen maar kunnen wor den behartigd door bovengemeentelijke orga nen. Dat eist van alle participanten een zekere mate van offerbereidheid in de erkenning, dat de „eigen huishouding" niet geheel toe reikend is voor de verzorging van alle open bare belangen. Ook bij een bepaalde „deel- genootschappelijkheid" is het mogelijk de lo kale belangen tot hun recht te doen komen. Wanneer deze gedachte niet spoedig tot rijping komt, zou het weieens kunnen ge beuren, dat het rijk, dat nog altijd zetelt boven provincie en gemeente, de behartiging aan zich gaat trekken. In zijn herdenkingsrede, uitgesproken op 6 juni jl. bij het 50-jarig bestaan van de Ver eniging van Nederlandse Gemeenten, heeft prof. mr. C. H. F. Polak (die we in Walche ren hebben leren kennen als voorzitter van de raad van beroep ingevolge de Herverkave- lingswet Walcheren), sprekend over de pro blemen van de stedelijke agglomeraties o.m. gezegd: „Alles om Rotterdam verandert even snel als volkomen, slechts het bestuur blijft achter. Daar en elders dient de wetgever voor elk concreet geval de passende bestuursvorm te geven; hij bleef reeds te lang in verzuim." Een bovengemeentelijke visie is niet alleen nodig om plannen te maken en te realiseren, maar ook en nu denk ik nog even aan de muziekschool om eenmaal tot stand ge komen projecten te handhaven. Hoopgevend blijft tenslotte de omstandig heid, dat het Zeeuwse landschap (nog) moge lijkheden te over biedt voor een ruime blik.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1962 | | pagina 19