No. 3
ZEEUWS TIJDSCHRIFT
gevoerd. Het overslaan van de vlammen op
een van de andere tanks, maar vooral het
barsten van de brandende tank hield gevaren
in met niet te voorziene gevolgen. In allerijl
werd het personeel van de provinciale boten
opgeroepen om de schepen, die binnen lagen,
uit de gevarenzone te loodsen. Zij vonden een
veilige ligplaats aan de noordzijde van de
Keersluis.
De brandweer stond machteloos. Een dichte
rook maakte het onmogelijk de vuurhaard te
benaderen, laat staan te bestrijden. In de loop
van de ochtend vlogen andere tanks in brand,
waaronder een benzinetank. Over heel Wal
cheren, in Zeeuwsch-Vlaanderen en tot ver
op zee was de brand zichtbaar. Autobussen
en trams voerden zoveel nieuwsgierigen aan,
dat de politie besloot de Keersluisbrug open
te draaien. Enorme bloemkolen van pikzwarte
rook stapelden in de Walcherse hemel. Twee
volle dagen woedde de brand zonder dat van
werkelijke beteugeling kon worden gesproken.
De 26e voerde de marine uit Rotterdam twee
tanks met een blusmiddel aan, een brijachtige
massa, die de brandende olie van de lucht af
sloot. Geleidelijk werd het vuur getemd.
Boven de verschroeide aarde rezen wat ge
blakerde muren van het kantoorgebouw. Zwa
re klinkbouten bleken gesmolten. Roet kleef
de op alle huizen in de omgeving; de Spui-
kom, hemelsbreed 1300 meter van de brand
verwijderd, was met een zwart vlies bedekt.
Maanden en jaren bleef het terrein van de
Nedpam als een drabbige poel langs de Prins
Hendrikweg liggen. Nu is daar de Vlissingse
jachthaven aangelegd.
De afbeeldingen:
No. 91, 92, 93 en 94:
De brand van verschillende punten ge
fotografeerd.
No. 95:
De provinciale boten naar het kanaal
door Walcheren gesleept; links het oude
station.
No. 96:
Enkele resten.
L. W. DE BREE
89