No. 4 ZEEUWS TIJDSCHRIFT Over de economische bloei weten wij zeer veel, voor wat Zeeland betreft vooral uit de werken van dr. W. S. Unger. Twee citaten uit het werk van Bernard, vanuit het perspec tief van Benelux avant la lettre, kunnen hier bij wijze van herinnering volstaan. „De aanleg van het kanaal van Gent naar Terneuzen, be gonnen in 1547, zal de grote stad Gent een uitgang naar zee geven." En direct na een passus over Antwerpen: „De zeemacht van Holland en Zeeland heeft die van de Hanze verdrongen. Middelburg en Amsterdam krij gen nog meer betekenis." De scheuring der Nederlanden. OVER de opstand der Nederlanden zullen wij kort zijn. De Unies van Utrecht en Atrecht in 1579 markeren de afval van de Waalse gewesten, waar de conservatieve rooms-katholieke adel in verzet komt tegen het fanatieke calvinisme en de herinnering aan de oude veten met de Dietse landgenoten herleefde. De militaire gebeurtenissen geven met hun eigen wetmatigheid aan de tegen stellingen een nog scherper gestalte. Bernard verwijst naar de bekende controverse tussen Pirenne en Geyl. De Belgische historicus ziet in de taalverschillen tussen Waals en Diets geen oorzaak van het conflict. Het gaat om een godsdienststrijd. Geyl acht de taaioorzaken niet primordiaal, maar zeker ook niet te ver waarlozen. Men mag niet volgens het conven tionele schema het noorden protestant, het zuiden rooms-katholiek oordelen. Het zui den werd eerder dan het noorden door het protestantisme beroerd. De Vlaamse streken zullen tot de koning terugkeren door hun geo grafische ligging. Bovendien zijn adel en magi stratuur in Holland en Zeeland veel minder verfranst dan in Vlaanderen en Brabant. In het noorden trekken daardoor alle maatschap pelijke klassen in de strijd een lijn. Tegenover Pirenne beschouwt Geyl de Unie van Atrecht als een manifestatie van vijandschap van de Walen tegen de Dietsen. Bernard constateert dat beide historici van een these uitgaan. Pirenne gaat er van uit, dat er altijd een Belgische nationaliteit heeft bestaan, onafhankelijk van de taal. Geyl be treurt het dat de geschiedenis niet heeft toe gestaan dat de Dietse volken zich in één staatsverband verenigden. Bernard staat in wezen aan de zijde van Geyl. In ieder geval wordt het noorden naderhand overwegend protestant, het zuiden Vlaams en Waals beide bijna geheel rooms-katholiek en er ontstaat een duidelijke en langdurige animosi teit tussen Vlamingen en Nederlanders, terwijl Vlamingen en Walen door één geloof worden bijeengehouden. In de cultuurstijl is deze tegenstelling merk baar. In het zuiden presenteert zich de schit tering der Barok, in het noorden de strenge stijl der Hervorming Rubens tegenover Rembrandt om een voorbeeld te noemen. In het zuiden het monarchale beginsel, in het noorden een republikeinse en federale staat. In het zuiden economische stilstand, in het noorden de weergaloze bloei van Amsterdam. Van een wezenlijk en oorspronkelijk verschil in historisch fundament is geen sprake. Deze ongelijkheid is eindelijk op één oorzaak terug te voeren: Filips II, die de landen van de Benelux uiteenscheurde, ondanks hun econo- misch-geografische verwantschap en hun ge zamenlijke Europese roeping. 18e eeuw. NA de voor België ongelukkige zeven tiende eeuw, waarin het bedreigd wordt door het Frankrijk van Lode- wijk XIV, breekt na 1715 drie kwart eeuw van rust aan. Er is weer sprake van econo mische expansie, gebaseerd op een omvangrijke industrie-ontwikkeling: chemie, voedings- en genotmiddelen, kolen en ijzer, textiel. De grondslag voor de Industriële Revolutie, die zijn intrede op het Continent in België doet, wordt gelegd. Verbetering van kanalen, zoals dat van Vlaanderen naar Oostende bevorderen de doorvoer. Vele straatwegen worden aan gelegd en stimuleren de volkshuishouding. In de Republiek ontwikkelt zich in de zeventiende eeuw de stapelmarkt, nieuwe vorm van han- 109

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1962 | | pagina 17