No. 4
ZEEUWS TIJDSCHRIFT
De lage landen zijn altijd een prooi geweest
van hun grote buren. Engeland is van nature
de beschermer. Een Europese oorlog, door
België geprovoceerd, is niet denkbeeldig ge
weest, maar ten slotte zwicht het Belgische
parlement voor de verstandige politiek, ook
van de eerste eigen koning, Leopold I. Maar
nu, drie dagen later, verwerpt "Willem I de
condities; hij werpt zich uit wraak in de Tien
daagse Veldtocht (2-12 augustus 1831), een
succes totdat de Franse troepen België te hulp
snellen. Ook Nederland heeft met een Euro
pese oorlog gespeeld. "Willem I blijft tot 1838
koppig volhouden. Nog eenmaal rebellert nu
België tegen het „Calvinistische juk", maar
ten slotte wint het verstand. Men ziet in dat
een Europese oorlog er toe zal leiden België
Frans te maken of wederom Nederlands. Het
gevaar komt vooral van Frankrijk, dat zich
naar het woord van dichter-staatsman Lamar-
tine (overleden in 1869) verveelt, omdat het
zich verkeerde ideeën van grootheid en wel
vaart in het hoofd heeft gezet, omdat het
sedert Lodewijk XIV de vijandschap met alle
vreemde naties heeft gezocht in plaats van
het eigen uitgestrekte territoir intern te ver
sterken. België erkent ten slotte „de constan
ten van de Zeeuwse delta" en op 19 april 1839
wordt het verdrag met Nederland en dat
met de vijf grote mogendheden getekend.
Zeeuwsch-Vlaanderen blijft bij Nederland, de
Schelde wordt geopend en een tol op deze ri
vier ingesteld. Een deel van Luxemburg wordt
groothertogdom, tot 1890 onder de Oranjes;
westelijk Luxemburg komt aan België en oos
telijk Limburg aan Nederland. Intussen is Bel
gië het leidende industriële land op het con
tinent. De vroegtijdige aanleg van spoorwegen
maakt Antwerpen tot het grote doorvoer
centrum. (Helaas hebben Rotterdam en Dord
recht de even vroegtijdige plannen van Zee
land vijfentwintig jaar weten te vertragen).
België wordt internationaal neutraal ver
klaard, een belangrijk besluit, want als Duits
land in 1914 het verdrag tot een vod papier
verklaart en België binnenvalt om Frankrijk
in de zwakke noordelijke flank aan te vallen,
wordt „de oorlog van het recht" automatisch
door de geallieerden gevoerd.
Naar de derde Benelux.
HET laatste hoofdstuk van Bertrand heet:
„Naar de nieuwe Benelux". De schrij
ver betreurt het dat in 1814 geen grote
gedecentraliseerde staat is gesticht. Toch is de
vorming van België een groot succes geworden.
Hij noemt in de culturele sfeer o.a. Maeter
linck, Yerhaeren, Rodenbach, Vermeylen, Ge-
zelle en de exploitatie van de Kongo. In 1914
genoot België een grote welvaart. Iets later
valt de bloei van Nederland met Thorbecke,
Rotterdam, de Shell en de vordering van de
wetenschappen als exponenten. Luxemburg is
in 1890 geheel zelfstandig geworden en komt
tot grote zwaar-industriële ontwikkeling. In
1842 sluiten België en Nederland het eerste
tractaat, waarin o.m. de scheepvaarttarieven
op de tussenwateren worden geregeld. In 1846
volgt een douane-verdrag. De erkenning van
de noodzaak van wederzijdse steun neemt een
aanvang. In 1863 wordt de Scheldetol door
België afgekocht, de meest-begunstigingsclau
sule toegepast en de voeding van de kanalen
geregeld. In 1868 doet Frère-Orban het eerste
voorstel een douane-unie te vormen en in 1869
benadrukt Thorbecke de militaire solidariteit
tegenover de dreigingen van Frankrijk (Napo
leon III) en het opkomende Pruisen. In 1873
koopt België zijn financiële verdragsverplich
tingen de dato 1838 af. Helaas blijft er één
grote bron van conflict: het régime van de
Westerschelde. België bleef Nederland verwij
ten, dat het artikel 113 der Weener Slotacte,
waarnaar het verdrag van 1839 verwijst, niet
te goeder trouw toepaste en het onderhoud
en de verbetering der tussenwateren niet over
eenkomstig de stand der techniek verzorgde.
Gedurende de eerste tien jaren der twintigste
eeuw bestond de bedreiging voor Nederland,
België en Luxemburg in de Weltpolitik van
het Wilhelminische Duitsland. Er ontstaat in
1905 een beweging tot een militair samen
gaan van de eerste twee, die in het idee blijft
steken. In 1907 begint een particuliere com-
111