Venezolaanse studie over Zeeland Het bevolkingsverloop en sociale planning" No. 4 ZEEUWS TIJDSCHRIFT mate in het werk van de dichter in te leven, dat zijn illustraties, aldus Meertens, er als het ware het spiegel beeld van werden. „Ook Van de Venne bezat die in tense liefde voor de wereld van het kleine, de belang stelling ook voor het kleinste detail, die het werk van Cats kenmerkt en met een grote overgave heeft hij met de tekenstift vastgelegd wat de dichter in zijn poëzie bezong." Als kunstvorm heeft Cats het emblema, de getekende voorstelling en de bondige omschrijving in versvorm, tot volle ontplooiing gebracht. In de hulde als Cats als emblematadichter ligt dan ook besloten de hulde voor Adriaen van de Venne, die het meest met Cats heeft samengewerkt en op zijn aanwijzing hele series boeiende afbeeldingen van het zeventiende eeuwse leven heeft geschapen, aldus Van Es. Piëtisme. MEERTENS noemt Cats een Zeeuw ook om zijn godsdienstig leven. Over zijn rechtzinnig heid als calvinist valt niet te twisten, maar het is een calvinisme, dat zich kenmerkt door mildheid en verdraagzaamheid. „Cats leert en ver maant, hij berispt en bestraft waar hij dat nodig vindt, maar hij bestrijdt nooit andere kerken of richtingen in zijn kerk die niet met zijn opvattingen strookten." Hij scheldt niet op rooms-katholieken en „zelfs de jezu- ieten, waartegen alles wat reformatorisch was de pijlen richtte, laat hij met rust." Het piëtisme, waarmee hij in Cambridge kennis had gemaakt, is van een irenische gezindheid. Het gaat om het beleven van het geloof in heel de praktijk van het dagelijks leven. Met de voormannen van het Zeeuwse piëtisme, Teelinck en Udemans, was hij bevriend. Cats herdenkt Willem Teelinck op deze wijze: Wy lesen bovendien oock Teelinghs wijse schriften, Die leyden ons gemoet van alle quade driften; lek heb dien waerden man in Seelant langh gekent En drage noch syn beelt als in mijn hart geprent. Meertens besluit zijn bijdrage aan de bundel met de opmerking, dat Cats zijn piëtisme in alle eer lijkheid ook in zijn werk heeft beleefd. „En door dat werk, dat als van geen ander dichter populair is geweest, heeft hij een typisch Zeeuwse eigenschap meegedeeld aan brede lagen van het Nederlandse volk." Oordeel. HET oordeel van Busken Huet in zijn befaamde Gids-artikel van 1863: godvreezende money maker, leuterlievende vroomheid, Zeeuwse pol dergast enz., zijn in de herinnering blijven haken tot nu toe. Huet, en hierop wijst prof. Kuiper, citeerde deze onvriendelijkheden als niet zeer christelijke of liefderijke opvattingen die hij vroeger had. Vóór Huet had Potgieter zijn afbrekend oordeel over Cats gegeven. „Hun beider aandeel aan de vernietiging van Cats populariteit is even groot, hun kritiek echter komt duidelijk van zeer verschillende personen en is noch van inhoud, noch van gehalte gelijk." Huet geeft een genuanceerd oordeel over het dichter schap, wijzend op het waarheidsgehalte, oorspronkelijk heid en zijn waarnemingen van het menselijk leven. Potgieter heeft een zekere waardering voor Cats als volksopvoeder, maar beider oordeel zijn vonnissen. Kui per eindigt zijn studie: „Zo is Cats de tweede helft van de negentiende eeuw ingegaan. Onherstelbaar was zijn naam als mens, als burger, als calvinist, geschonden, en de subtiliteiten van Huets oordeel over zijn dich terschap waren niet krachtig genoeg om zijn reputatie als dichter te redden." Drs. M. C. Verburg Leo V. Vladar, 39-jarige Tsjech die na de oorlog naar Venezuela emigreerde, heeft een studie gewijd aan de provincie Zeeland. Zij is getiteld: „Demographical aspects of the Pro vince of Zeeland" en behandelt de vraag stukken van het bevolkingsverloop. De ver handeling is de inleiding tot een tweede deel dat de sociale planning zal bespreken. Met dit werk hoopt Vladar een graad te behalen op het Institute of Social Studies in Den Haag, een graad die halverwege de doctorstitel komt. Het blijkt een groot voordeel voor de schrijver te zijn dat hij goed Nederlands spreekt (hij was na zijn vlucht o.a. kraanmachinist in Amsterdam). Van diverse provinciale instel lingen heeft hij de dokumentatie en publikaties 117

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1962 | | pagina 25