ZEEUWS TIJDSCHRIFT
No. 4
werken wordt door de leraren voortdurend
aan elk groepje apart mondeling instructie
gegeven en op hen controle uitgeoefend. Na
tuurlijk staat het werk voortdurend onder
deskundige leiding.
In grote lijnen verloopt b.v. een cursus
ploegen als volgt: elk koppel van 2 moet eerst
de trekker en de ploeg analyseren. Dw.z. het
moet nagaan wat er allemaal aan de machines
aanwezig is, welke afstelmogelijkheden er zijn
e.d. Vervolgens moeten ploeg en trekker aan
elkaar worden gekoppeld, dan moet het ge
heel worden afgesteld volgens bepaalde eisen
en ten slotte gaat men op het veld ploegen tot
dit naar genoegen van de leraar is. Daarna kan
het groepje een andere trekker met een andere
ploeg krijgen, die anders moet worden af
gesteld, of de ploeg moet van meerscharig tot
éénscharig worden omgebouwd, waarna men
weer gaat ploegen. Elk groepje krijgt een kist
gereedschap, die naar het land kan worden
meegenomen.
Bij andere machines wordt op een dergelijke
wijze gewerkt. Ook bij het werken aan sta
tionaire motoren of trekkers wordt het systeem
van instructie aan koppels van 2 (of soms
maar 1 man) toegepast.
De instructies worden aangepast aan de
ervaring en het ontwikkelingsniveau der cur
sisten en het doel waarvoor ze komen. Het
programma van elke cursus wordt tevoren
vastgesteld in overleg met de eigen leraar der
cursisten of met de cursisten zelf. De program
ma's sluiten aan bij de praktijk van de land
bouw en bij de problemen, die zich daar voor
doen.
Op deze wijze wordt getracht de cursisten
inzicht in constructie, onderhoud, afstelmoge
lijkheden en gebruik bij te brengen, storingen
te leren opsporen en kleine reparaties te leren
verrichten, terwijl ze op het veld met de ma
chines leren omgaan en de juiste werkwijze
leren toepassen.
De toekomst.
GEBLEKEN is, dat aan dergelijk prak
tisch onderwijs in landbouwmechanisa
tie grote behoefte bestaat. Dit zal in de
toekomst nog toenemen. Er is voor diverse
cursussen veel belangstelling uit geheel Neder
land, zowel van de zijde van het landbouw
onderwijs als van de praktijk. Om van een
cursus aan de praktijkschool verzekerd te zijn,
dient men reeds lang tevoren te bespreken.
Gebleken is ook, dat er op dit gebied voor
de huidige of toekomstige gebruikers veel te
leren valt. De praktijkschool „Prins Willem"
zal hiertoe zijn steentje bijdragen. Uitbreiding
van de outillage en het plaatsen van nieuwe
gebouwen is daarbij een dringende noodzaak.
De huidige gebouwenruimte is te klein om aan
alle aanvragen te voldoen. Plannen voor
nieuwbouw zijn gemaakt. Het is noodzake
lijk, dat verwezenlijking spoedig zal plaats
vinden. Pas dan kan aan alle eisen geheel
worden voldaan. De investeringen ervoor
zijn goed besteed. Er is haast bij want de ont
wikkelingen op het gebied der mechanisatie
en arbeidsrationalisatie verlopen snel. De
praktische opleiding dient hiermede gelijke
tred te houden. Er mag in dit opzicht geen
achterstand ontstaan. Het betreft hier een al
gemeen agrarisch belang van de eerste orde.
Zeeuwsch-Vlaanderen heeft dit begrepen en
toont met de praktijkschool bij de tijd te
willen zijn.
100