No. 5 ZEEUWS TIJDSCHRIFT op de aanwezigheid van een zavelige afzet ting in het noordwesten van "Walcheren, die naar het midden van het eiland zwaarder wordt afbeelding 2, spierklei). Nadat dus tijdens de pre-Romeinse trans gressiefase een aanmerkelijke sedimentatie langs de noordkust van Walcheren had plaats gevonden, trok de zee zich enigermate terug. Onder invloed van deze regressie koos de mens in de 2e en 3e eeuw na Chr. zowel de nieuw afgezette gronden in het noorden als de on bedekte venen in het zuiden tot woonplaats. De rust was echter van korte duur, want op het einde van de 3e eeuw volgde een nieuwe transgressie de z.g. vroeg-Middeleeuwse. De nieuwe overstroming voltrok zich langs de stroombanen, die zich bij de pre-Romeinse transgressie vanuit het nieuw gevormde zeegat langs noord-Walcheren hadden gevormd. Bovendien kreeg de zee ook aanmerkelijke invloed langs de westkust van Walcheren. Naast nieuwe kreekvorming vindt nu over vrijwel het gehele gebied opslibbing met zware, kalkarme klei plaats, behalve in en vlak naast de kreken, waar zavel wordt afgezet. Tijdens deze vroeg-Middeleeuwse transgressie werd het veen in het zuiden van Walcheren over dekt met een zware, kalkarme laag klei en in het noorden de pre-Romeinse zavel. Kraayertpolders. VANAF het Veere-Gat in zuidoostelijke richting gaande, loopt de veronderstelde Scheldebedding door de Kraayertpol ders, jonge aanwassen aan het „vasteland" van Zuid-Beveland, die in de 16e en 17e eeuw be dijkt zijn. De oudere afzettingen zijn hier grotendeels door de zee opgeruimd. Bij nader onderzoek bleken echter twee kleine Oudland resten voor erosie te zijn gespaard. Evenals in noord-Walcheren bestaan de Oudlandresten uit een dek kalkarme klei, afgezet in de vroeg- Middeleeuwse transgressiefase, rustend op pre- Romeins materiaal. De westelijke Oudland- rest heeft een zandondergrond en zal ongeveer middenin de bedding hebben gelegen. De 1,2 Afb. 5. Doorsnede door de Zak van Zuid-Beveland (naar Steur, c.s., 1955; vereenvoudigd). De ligging van de doorsnede is aangegeven in afb. 6. 3 .tm Nieuwland (16e eeuws en later): 1. Zavel en klei; 2. Zand. Middelland en Oudland (Post-Karo- lingisch en Vroeg-Middeleeuws)3. ;o| Klei; 4. Zavel. Pre-Romeins (aan de bovenzijde ge deeltelijk aangetast door jongere syste- 11 men): 5. Zavel; 6. Zand. Oppervlakteveen: 7. Veen. Oude Zeeklei: 8. Klei; 9. Zavel. Veen op grotere diepte: 10. Veen. Pleistoceen 11. Zand. Plaats van de boringen. 135

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1962 | | pagina 11