144 ZEEUWS TIJDSCHRIFT No. 5 Ook Zeeland heeft een bij deze centrale opleiding aangesloten cursus gemeente administratie II, waar opgeleid wordt voor het „hoger vak-examen". Verder bestaat er in onze provincie een particuliere opleiding voor het diploma gemeente-financiën, die, evenals de andere cursussen, met behoor lijke resultaten opleidt. Het komt ook voor, dat gemeente- en provincie-ambtenaren zich toeleggen op het behalen van middelbare akten, waarbij dan speciaal moet worden gedacht aan de akten M.O.-Economie en M.O.-Staatsinrich ting. De studie moet geheel in de avonduren worden verricht en dat is bij een vaak drukke dagtaak geen sinecure. Een geluk kige omstandigheid is dan nog, dat veel gemeenten een studietoeiageverordening hebben, waarop de studenten met succes een beroep kunnen doen. Regel is, dat de studiekosten voor 75 worden vergoed. De opleiding zelf is, zoals gezegd, hele maal aan particulieren overgelaten. Dit is eigenlijk merkwaardig, omdat de gemeen ten zich vaak wel intensief bezighouden met vakopleidingen voor andere beroepen, wat niet zelden met grote financiële offers gepaard gaat. De Fryske Akademy heeft enkele jaren geleden een opmerkelijk initiatief genomen door een z.g. bestuursschool op te richten, waar de jongelui, die al praktisch werk zaam zijn op griffie of secretarie, geduren de enkele dagen per week hun theoretische opleiding ontvangen volgens een program ma, dat op tal van punten afwijkt van de bestaande examen-eisen voor het diploma gemeente-administratie I. Voorlopig worden de cursisten nog op geleid voor dit examen om de zaak - zo lang er landelijk nog geen uniformiteit in de nieuwe opleiding bestaat - niet te inge wikkeld te maken. Langzamerhand is het inzicht gegroeid, dat de opleiding van deze ambtenaren niet volledig is met het bijbrengen van kennis omtrent het staatsrecht, het gemeenterecht, enkele administratieve wetten en de grond beginselen van het privaat- en strafrecht. Men is tot de overtuiging gekomen, dat, met handhaving van deze „kernvakken", ook aandacht moet worden besteed aan bestuurlijke aspecten, het maatschappelijk gebeuren, de ambtelijke vorming (wat nog iets anders is dan opleiding), de bestuurs taak en de achtergronden, waartegen zich de bestuurspraktijk afspeelt. Ook zal enige kennis van de grondbe ginselen van de economie in het program ma niet mogen ontbreken. Daarnaast blijft natuurlijk de noodzaak bestaan de leer lingen de nodige vaardigheid bij te bren gen bij de toepassing van wat ze theore tisch hebben opgestoken. Elders in Nederland staan bestuursscho- len, als Friesland er al een rijk is, „op sta pel". Het ligt voor de hand, dat bij de op richting van dergelijke scholen voorzichtig tewerk moet worden gegaan. Er zal een bewuste spreiding over het hele land moe ten worden toegepast, mede aan de hand van kwantitatieve prognoses. Verder zal een centraal punt in deze hele opleiding niet kunnen worden gemist. Stellig ligt hier een taak voor de provin ciale en gemeentebesturen. Een samenwer kingsvorm, waarbij gebruik gemaakt wordt van het instituut gemeenschappelijke rege ling, schijnt hier de aangewezen oplossing. Tevoren zal echter een grondige studie van een dergelijk project moeten worden gemaakt. Het is zonder meer duide lijk, dat de bestaande particuliere oplei dingen, wil het plan kans van slagen heb ben, op de een of andere manier in de te vormen bestuursschool zullen moeten wor den „opgelost". Dit is niet slechts een kwestie van opportuniteit, maar een offi ciële erkenning van wat van die zijde in het belang van de bestuursdienst is gedaan. Als ideaal zou kunnen worden gesteld, dat alle betrokken gemeenten en de pro vincie op dit gebied tot een bepaalde sa-

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1962 | | pagina 20