No. 5
ZEEUWS TIJDSCHRIFT
graag in bed liggen tekenen op het behang,
daar was nu net zo'n geschikt grondpapiertje
geweest. Aldus Leune.
MIJN eigen herinneringen zijn vrijwel
alleen die van een bewonderend op
zien naar dien groten Jan; hij had
zo'n mooie donkere kop. We hielden zo van
mooi in dien tijd, dat mócht toen nog. Mijn
enige persoonlijke herinnering gaat terug op
het feit, dat ik voor de boeken-afdeling van
mijn vaders winkel de inkoop zowat ver
zorgde. Ik had toen al wel een neus voor wat
er in de spirituele kringen aan de orde was
mede dank zij het muurkastje van mijn
chef op de Provinciale Griffie, Labberton,
pseudoniem: Theo van Ameide; we leefden
in den tijd van de Beweging van Verwey
en ik had eens een keer een heel busseltje uit
gaven Librairie Pion, in de bekende blauwe
omslagjes, ingeslagen; Pion was een katholieke
uitgeverij. Het was erop of eronder, want nie
mand op Domburg behalve de kring-Toorop
en misschien die van Graf von Spee maar
die was niet boekerig en zocht het meer in
oud zilver en crucifixen kon hier belang
stelling voor hebben. Ik herinner me nog:
Hello, l'homme, en Hello, le siècle, die ik zelf
bewonderde, want ik had ze eerst mooi uit het
kastje van Labberton gelezen. Het werd een
compleet succes, Jan en Miek Janssen hebben
ze gaaf allemaal gekocht. Mijn boekhandel
had soms iets van hengelen. O ja, en ook had
den we eens een meisje in huis, ditmaal om
op mijn kleine zusje te passen. Ze boetseerde
een beetje en 's avonds zaten we gedrieën, mijn
broer er ook bij, in het donker op het achter
stoepje aan den buitenkant van het toneel
van het Domburgse Badpaviljoen, om te luiste
ren naar de muziek daarbinnen. Greet heette
ze, we werden een beetje bevriend en ik liet
haar mijn tekeningen zien; er was een duistere
slavenkop bij, een negerkop, die ik overgekalkt
:i P' Spr f
SL\Èhl> 'M .-.mt- 1
Portret van meisje Brevet.
had van een plaatje uit „die Woche". Greet
leende hem om hem na te boetseren en dat
deed ze op het strand. Jan kwam het te zien
en vond het geniaal en hij bevorderde Greets
aspiraties. Zo kwam de kunstenares Greet
Feuerstein uit het ei. Ze trouwde later met den
kritikus Jos. de Gruijter. Het was voor den
fournisseur van die genialiteit maar die
had het dus ook al niet van zichzelf wel
een beetje zuur, dat hij na afloop van deze
romantische zomer weer achter zijn schrijf
machine op de Griffie kon terugkeren, a sadder
and a wiser man.
En dat was het dan.
129