No. 5
ZEEUWS TIJDSCHRIFT
In tegenstelling met het noorden van Wal
cheren is hier de invloed van het voedselrijke
rivierwater geheel verdwenen. In het noorden
van Walcheren blijven de veenvormende plan-
tengezelschappen tot de overstroming met zout
water eu- of mesotroof (respectievelijk voed
selrijk of matig-voedselrijk), hetgeen wijst op
een voortdurende beïnvloeding door voedsel
rijk water. Nu zou uit afbeelding 1 kunnen
worden geconcludeerd, dat het pakket voedsel
rijk (eutroof- en mesotroof) veen over het ge
hele gebied dezelfde dikte heeft bereikt en dat
dus de vorming van dit veen over het gehele
gebied gelijktijdig zou zijn beëindigd. Dit is
evenwel niet het geval. In het noorden is het
veen onder een 1,5 meter dik kleidek samen
geperst (geklonken) tot 10 a 20 van de oor
spronkelijke dikte. In het zuiden, waar min
der klei is afgezet, heeft het veen 20 a 30 °/o
van zijn oorspronkelijke dikte behouden. Het
verschil in oorspronkelijke dikte van het ge
hele veenpakket en in hoogteligging van de
bovenkant van het veen tussen noord- en zuid-
Walcheren is dus geringer geweest dan nu uit
figuur 2 blijkt.
Langs de noordrand van Walcheren zijn op
het veen „vroeg inheemse" aardewerkscherven
gevonden (Van der Feen, 1952). Bewoning in
de eerste eeuwen voor Chr. staat hier dus vast.
Aangenomen mag worden, dat een veenmoeras
alleen bewoonbaar is, als er een ontwaterings
mogelijkheid bestaat. Zowel het eutrofe-meso-
trofe karakter van het veen als de bewonings-
sporen getuigen van een nabijgelegen geul of
rivier, die in eerste instantie het veen periodiek
Afb. 1. Doorsnede door Walcheren in de Romeinse
tijd (naar Bennema en Van der Meer, 1952). De ligging
van de doorsnede is aangegeven in afb. 6.
N.A.P. i
-1
Afb. 2. Ligging van de Pre-Romeinse zavelafzettingen
in de ondergrond van Walcheren (naar Bennema en
Van der Meer, 1952).
Afb. 3. Doorsnede door Noord-Walcheren met vind
plaatsen van Romeinse (R) en Pre-Romeinse (PR)
scherven (naar Bennema en Van der Meer, 1952, ver
eenvoudigd). De ligging van de doorsnede is aange
geven in afb. 6.
1 X,y/////\ en zave^ u'r Vroeg-Middel-
lYr/// A eeuwse transgressiefase.
2 [X\N\1 Zavel uit de Pre-Romeinse transgres-
siefase.
3 jrgdggE] Oppervlakteveen.
Belangrijkste sedimentatiegebied in de
Pre-Romeinse transgressieperiode.
Diktegrens van 1 m in het veen. Ten
noorden van de grens is de veendikte
1 m, ten zuiden ervan 1 m.
Oude Zeeklei.
R Vindplaats van Romeinse scherven.
PR Idem van Pre-Romeinse scherven.
-M
m
pr PRAE romeins
PRE-ROMAN-SETTLEMENTS
2 MESOTROPHIC AND EUTROPHIC PEAT
ULIÜUIiKUOPHVEEN -
OLIGOTROPHY PEAT~
133