ZEEUWS TIJDSCHRIFT No. 6 IN het familie-register der Poissonniers wordt de dood vermeld, kort na elkaar, van drie jonge kinderen, geboren in het „Waalse Land" en te Schoondijke begraven in de eerste jaren van hun verblijf hier te lan de. Of de doorgestane angsten en ellende of de „Zeeuwse koortsen" de drie kinderen ten grave hebben gesleept, is niet bekend. De naam van de boerderij Elmare verwijst naar de Proosdij Elmare die ongeveer in het midden der twaalfde eeuw door de monniken van de Sint Pieters-abdij werd gesticht. Graaf Dirk van de Elzas schonk tussen de jaren 1134 en 1153 twintig bunder moergrond „juxta fluviolum Helmare" aan de Sint Pie ters-abdij in Gent. Aangenomen moet worden dat de geweldige overstromingen in het Schel- de-gebied tussen 1134 en 1167 de monniken van Sint Pieter nog een tiental jaren zullen hebben belet hun proosdij Elmare te bouwen, dichtbij de plaats waar nu Waterland-Oude- man ligt, praktisch op de tegenwoordige Bel gisch-Nederlandse grens. Elmare wordt dan de centrale plaats waar het beheer wordt gevoerd over alle tienden uit het patronaatsgebied van Sint Pieter dus van het grootste deel der ambachten IJzen- dijke en Oostburg (tienden van graan, mede, look, ajuin en lammeren). IN 137576 wordt de proosdij door de zee verzwolgen. In 137778 wordt de molen van Elmare afgebroken en herbouwd bij de Hof Ruschevliet. In 1390 wordt het be sluit genomen de Elmare-gebouwen als ver loren te beschouwen en worden de nog bruik bare bakstenen en balken en dakleien per schip overgebracht naar Ruschevliet 1). De geschiedenis van Elmare: Elmare-Ruschevliet-Elmarehoeve.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1962 | | pagina 20