No. 6 ZEEUWS TIJDSCHRIFT 12.45 Aankomst te Terneuzen. Bezoek aan het stad huis en aan de nieuwe havenwerken. 14.00 Vertrek per trein naar Hulst. Oponthoud te Axel. 14.30 Aankomst in Hulst. Bezoek aan het stadhuis. Rijtoer door de gemeente. 15.35 Vertrek per trein naar Terneuzen. 16.00 Aankomst aldaar. Rijtoer door de gemeente. 16.15 Per „Wester-Schelde" naar Vlissingen. 17.29 Vertrek per trein naar Den Haag. Dit programma is slechts een schamele weergave van wat in werkelijkheid plaats vond. Ik wil dit voor één onderdeel aantonen: de rijtoer van Middelburg over Koudekerke naar Vlissingen. Aan de grens van Koudekerke werden de koninklijke gasten opgewacht door de burge meester; de Commissaris der Koningin stelde deze ambtsdrager aan de bezoekers voor. Volgde een welkomstwoord, het aanbieden van witte rozen, het Wilhelmus, gezongen door de schooljeugd van de buurtschap Het Zand. Voor de oprit naar het slot Ter Hooge: bloemen. Bij de hofstede van Abraham Be- suyen: een erewacht van zesendertig ruiters cp ongezadelde paarden begeleidt de stoet naar het dorp. Aldaar: het zoontje van de burgemeester biedt Koudekerkse babbelaars aan in een antiek zilveren tabaksdoos. Een toespraak, een dankwoord. Aan de grens van de gemeente Vlissingen: ontvangst door de burgemeester. De Badhuisstraat zwart van de juichende mensen. Voor het Burgerweeshuis: bloemen. Op het terrein van de Maatschappij „De Schelde": een welkom van de president commissaris en bloemen. Rondgang door het bedrijf, een toespraak. Aanbieding van ge schenken. Bezichtiging van het mailbootschip Kawi. („Op het dek van de Kawi hurkten de Javaansche bedienden, in het wit gekleed met roode uitmonstering en den bonten hoofd doek cm, met den mandoer aan het hoofd, eerbiedig neder, om op Oostersche wijze hun ne hulde te brengen") Vindt U het genoeg? Ik ook. Maar het Ko ninklijk paar moest van werkplaats na werk plaats ovaties in ontvangst nemen, de werk lieden in de smederij zongen het Wilhelmus, de voorzitter van de Werkliedenvereniging bood bloemen aan. En nauwelijks hadden de hoge gasten het Vlissingse stadhuis betreden, of de dochter van een wethouder bood bloe men aan. Een toespraak volgde. Wie meent, dat de vorstelijke personen dan eindelijk rust kregen toen zij 's namiddags van de derde dag in de trein stapten, vergist zich. B H. J. G. Hartman: Nederlands Koningin en de Prins der Nederlanden in Zeeland, blz. 50. Middel burg 1908.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1962 | | pagina 31