No. 6 ZEEUWS TIJDSCHRIFT deze ondernemers wel vaak meer het gevoel van „genomen" dan van „nemen" gekend zul len hebben, ook al steken ze dan nog gunstig af bij de inwoner van Florence, die enige eeuwen geleden zijn Schepper dankte dat hij in zijn 72-jarige leven ook nog vier jaren vrede had beleefd. Terzake. Het huidige Zeeuwse platteland is volledig in beweging. De kengetallen zijn zeer zeker ook die welke kenschetsend zijn voor de gehele Nederlandse landbouw in dit tijds bestek. Bewerkte vroeger in ons land één man 8 ha, nu bewerkt hij er 14 of ondertussen al weer meer. Dertig landarbeiders per dag ver laten de landbouw, zelfs 8 tot 10 boeren gaan er per dag uit en deze trend ligt hier in het zuidwesten in het geheel niet anders, integen deel, verschillende verschijnselen doen zich in meer dan gemiddelde mate voor. Ik moge dit illustreren met enkele cijfers. In 1947 droeg Zeeland nog duidelijk een agrarisch signatuur, in 1960 in veel mindere mate. De landbouw- beroepsbevolking liep in deze jaren van 35,4 naar 23,1 °/o terug, een vermindering met 12,3 of bijna 15.000 personen. Deze ver mindering is gedeeltelijk veroorzaakt door een afvloeiing van mannelijke nl. 9.062 gedeeltelijk door die van vrouwelijke arbeids krachten nl. 5.782. De vermeerdering in de industriële sector bedroeg in dezelfde jaren 7 in de dienstensector 5,3 °/o. Gezien het vertrekoverschot vanuit Zeeland, was deze stijging onvoldoende om de uitbreiding van de bevolking op te vangen. De toeneming van de niet-agrarische bestaansbronnen is dus ten achter gebleven bij de ontwikkeling van het inwonertal. Op het ogenblik is echter door de regionale industrialisatiepolitiek van een ombuiging in dit opzicht sprake. Belangrijk is verder, dat de nijverheid in een zo bij uitstek agrarische provincie als Zeeland nu qua be zetting de agrarische sector heeft overtroffen. Het gebied wordt gekenmerkt door een zeer gevarieerd bedrijfstype van klein-bedrijf en familiebedrijf tot grootbedrijf toe. Er zijn streken, waar evenveel grond gebruikt wordt door bedrijven boven 50 ha, als door bedrijven beneden 10 ha. Er zijn meer kleine bedrijven dan veelal wordt verondersteld. Het aantal bedrijven van 1-10 ha met hoofdberoep land bouw bedraagt in Zeeland 48 bij een ge middelde in Nederland van 56 °/o. De gemid delde bedrijfsgrootte in hectares dit betreft bedrijven van 2 ha en meer cultuurgrond is 15,1 ha, tegenover een gemiddelde in Neder land van 10,7 ha. Dat men het aantal arbeids krachten in loondienst niet moet overschatten blijkt ook uit het feit, dat in 1959 in Zeeland, gemeten naar de arbeidsduur, er een totaal aan vaste arbeidskrachten was van 20.922, waarvan 10 vrouwen, terwijl het aantal vreemde arbeidskrachten daarvan bedroeg 6.834, dus ruwweg één derde. Daarbij komt dan natuurlijk wel het aantal tijdelijke ar beidskrachten, hetgeen omgerekend van week- basis op jaarbasis uitkwam op ongeveer 2500. Volgens de gegevens van de volkstelling is het aantal bedrijfshoofden in de landbouw van 1947 naar 1960 teruggelopen met ongeveer 7 °/o, dus per jaar met 0,5 °/o. Het aantal arbeiders in de landbouw is teruggelopen van 9.697 naar 6.411, dus met weer ruwweg één derde, ofwel bijna 3 per jaar. Het is best mogelijk, dat op het ogenblik dit teruglopen nog sneller geschiedt, hetgeen zich manifes teert door een algemene arbeidsschaarste op de agrarische bedrijven. Met name de grotere, van vreemde arbeidskrachten afhankelijke akkerbouwbedrijven hebben met dit euvel in hoge mate te kampen, omdat het wegzuigen van arbeidskrachten met name door het Euro- poortgebied soms een lawine-achtig karakter heeft verkregen. Wij moeten er onmiddellijk aan toevoegen, dat de modernisering in de agrarische sector een belangrijke uitstoot van arbeiders heeft toegelaten. Het is daarom ge lukkig, dat in Nederland werk voor deze mensen aanwezig is, maar het is aan de andere kant de vraag of met name de lange afstands pendel als een zegen mag worden aangemerkt. Natuurlijk speelt de loonfactor in dit opzicht voor de betrokkenen een buitengewoon be langrijke rol, die wij geenszins willen ver kleinen of bagtelliseren, maar het is en blijft 155

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1962 | | pagina 3