No. 6 ZEEUWS TIJDSCHRIFT gebieden in ons land, waar de tuinbouw van grote betekenis is. Op de Zuidhollandse eilan den kwam de groenteteelt het sterkst tot ont wikkeling, in Zeeland en West-Brabant daar entegen de fruitteelt en dat zijn dan ook de belangrijkste sectoren, resp. met 7000 ha en 9000 ha. Volgens een globale berekening kon de produktiewaarde vn de tuinbouw in 1960 gesteld worden op 126 miljoen, waarvan ongeveer 56 miljoen voor rekening van de groenteteelt en 30 miljoen van de fruitteelt. Wanneer we de wijzigingen van de laatste jaren volgens gegevens van de mei-telling van het C.B.S. nagaan, dan is in de laatste 4 jaar (tussen 1957 en 1961) in Zeeland het areaal pit- en steenvruchten gestegen van 4130 tot 4747 ha en in West-Noordbrabant van 342 tot 525 ha. De oppervlakte groente in de open grond van totaal Zeeland en West- Noordbrabant 1048 ha tot 4 jaar later 1478 ha; groente en fruit onder glas van 19,3 op 25,1 ha; bloembollen van 262 op 537 ha; boomkwekerij van 82,3 op 91 ha, terwijl al leen de oppervlakte tuinbouwzaden sterk te ruggelopen is van 1597 tot 784. De toename van het areaal pit- en steenvruchten is ver oorzaakt door uitbreiding van de oppervlakte in bestaande fruitteeltbedrijven, maar voor namelijk ook door het stichten van nieuwe bedrijven in hoofdzaak door zoons van land bouwers, terwijl volgens de voorlopige uit komst van de telling 1962 in het plantseizoen 1961/1962 de oppervlakte weer met ruim 300 ha is toegenomen. Nu zijn 300 ha in een jaar nog lang niet de 3000 ha die men in de Italiaanse provincie Ferrara op het ogenblik per jaar bijplant, maar het is toch een zeer respectabel areaal. In de rubriek klein fruit is de nodige uitbreiding, hoofdzakelijk toe te schrijven aan uitbreiding van de teelt van aardbeien en zwarte bessen. Bij de rubriek groente in de open grond valt de uitbreiding van het areaal voornamelijk toe aan contract teelten, o.a. van bonen en augurken en daar naast een intensivering van de kleinere land bouwbedrijven d.m.v. de teelt van grovere tuinbouwgewassen, w.o. vroege aardappelen en een vrij sterke uitbreiding van de teelt van winterbloemkool. Op het ogenblik bestaat er bovendien een zeer grote belangstelling voor het bouwen van glasopstanden, niettegen staande de hoge investeringen die daarvoor nodig zijn. Helaas heeft het kassenbouw- verbod op dit moment een welhaast nek slagachtige werking op de interesse. Tot nog toe vond de grootste uitbreiding plaats rond Kapelle-Biezelinge in de vorm van de bouw van warenhuizen voor de teelt van aardbeien en tomaten onder glas, terwijl daar naast ook voor Tholen vooral aanvragen lig gen. In het bijzonder echter tonen de cijfers een zeer sterke uitbreiding van het areaal bloembollen. Dit betreft in hoofdzaak t.w. 490 ha gladiolen, die voornamelijk op de kleinere gemengde bedrijven worden geteeld. Deze teelt neemt nog steeds toe en volgens de voorlopige telling van 1962 bedraagt de oppervlakte gladiolen in het ambtsgebied thans 648 ha en zijn er liefst 1100 gladiolen- telers. De kwaliteit wordt ook door de Hol landse bloementeelt als uitzonderlijk goed be oordeeld. MET deze wat saaie cijfermatige opsom ming hoop ik toch aangetoond te heb ben, dat mijn stelling, dat op een breed vlak de belangstelling voor intensivering in de vorm van tuinbouwteelt in het Delta gebied stormachtig toeneemt, niet overdreven is geweest. Het verdringen van tuinbouwteel ten in het gebied van de randstad Holland door industriële- en stadsuitbreidingen, draagt er bovendien toe bij, dat er meer ruimte voor deze tuinbouwmogelijkheden in het zuid westen van ons land komt, terwijl daarnaast het afschaffen van de Wet Vervreemding Landbouwgronden en de grotere vrijheid die dientengevolge in het grondverkeer zal ont staan, de benutting van de zuidwestelijke gronden voor dit doel alleen maar kan be vorderen. Het klimaat in het zuidwesten is uitermate geschikt in dit opzicht, vergeleken bij de rest van Nederland; de grond is boven- 159

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1962 | | pagina 7