No. 1 ZEEUWS TIJDSCHRIFT principes vast te stellen die in bijzondere ge vallen kunnen worden geïnterpreteerd en waaraan een zekere rechtszekerheid eigen is. Een snelle en gedegen voorlichting over de toepassing en het achterwege blijven van toe passing is evenzeer gewenst. Recreatie EEN bezetting van het Veerse Meer met 4000 zeilboten, dit zijn twee boten per hectare, is zeer bescheiden. De plannen van de gemeenschappelijke regeling die de om liggende gemeenten hebben getroffen, zijn hierop gebaseerd. Het Ministerie van econo mische zaken heeft zijn financiële steun toe gezegd bij de aanleg van jachthavens in Veere, Kamperland en Kortgene. In Wolphaartsdijk heeft de gemeente een jachthaven aangelegd ten behoeve van een grote Belgische jachtclub. De totale aankleding van het Veerse Meer met bossen, fietspaden enz. wordt geschat op 5 miljoen. Het totale landschapsplan beslaat 4150 ha, waarvan 1925 ha water en 2225 ha nieuw land. Er is plaats voor kampeerter reinen, zomerhuiscomplexen, natuurreservaten, landbouwgronden en recreatieterreinen in de enge zin. Het is nog voorbarig om conclusies te trek ken. De ontwikkeling van het toerisme aan de Zeeuwse kusten loopt evenwel in snel tempo. In 1957 werden er 0,9 miljoen overnachtingen geboekt, in 1960 1,8 miljoen en in 1961 2,2 miljoen 4). Gezien deze groei is een investering door overheid en particulieren van meer dan 100 miljoen in de komende tien jaar zeker verantwoord. De voor het Veerse Meer nodige J 5 miljoen is een micro-bedrag; dat bij 65.000 overnachtingen over tien jaar te bereiken, reeds rendabel is; in het Deltameer zal een veelvoud hiervan nodig en verantwoord zijn. De genoemde 5 miljoen beslaan geringe aan vullende investeringen op het Drie-eilanden- plan, dat in totaal 82 miljoen kostte en dat dus zijn recreatie-rentabiliteit tegen zeer weinig 4) E.T.I. voor Zeeland: „Het toerisme in Zeeland en zijn economische betekenis", Middelburg 1961. kosten kan verkrijgen. Zonder deze investe ringen is die rentabiliteit niet veel meer dan nihil. In het Veerse Meer en elders in het Deltameer zijn het echter alle kleine, finan cieel hiervoor niet berekende gemeenten, die hiervoor staan. Ook dit is een ervaring waar bij men zich op het micro-beeld van het Veerse Meer kan inspireren. De micro-beelden te za- men vormen straks een nationaal actief, waar van de Rijksdienst voor het nationale plan stelt, dat het het sluitstuk wordt van een watersportgebied van Europese allure, van Walcheren tot Delfzijl. Verkeer HET veer KortgeneWolphaartsdijk heeft een grote ontwikkeling mee gemaakt. Overgezette Voet auto's gangers 1939 22.600 138.000 1952 63.200 292.000 1959 135.000 600.000 Voor een eiland met nog geen 7000 in woners is dit imposant. Het verkeer werd daarbij nog gedrukt door de rem die altijd van een veer uitgaat. Aardappelen werden bijvoor beeld voornamelijk door binnenschepen afge voerd; na het tot stand komen van de dam werd op de vrachtauto overgeschakeld. De wintertellingen over de dam bij Kats in 1960/1961 kwamen op een daggemiddelde van 1230, dat is op jaarbasis 450.000 auto's. Op tweede Pinksterdag werden er 3450 geteld. Voor de Oosterscheldebrug, die eind 1964 gereed moet zijn, komt het E.T.I. voor Zee land tot een verkeer op basis van 1960 van dagelijks 2300, dat is 3340 in 1965 op grond van de stelling, dat het verkeer in 1965 45 °/o boven dat van 1960 zal liggen. De Rijkswater staat neemt aan, dat er in 1965 2200 per dag zullen passeren (in 1960 zouden dit er ruim 1500 zijn, wanneer de brug er zou liggen). Voor alle verkeer van en naar het Deltagebied dat via de brug zal rijden, is de laatste schat ting wel zeer laag. De rijksweg van Vlissingen 23

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1963 | | pagina 23