Het geval Wemeldinge
No. 1
ZEEUWS TIJDSCHRIFT
De kwestie, die zich onlangs in de ge
meente Wemeldinge heeft voorgedaan wat
betreft het beleggen van de vergaderingen
van het college van burgemeester en wet
houders is niet zomaar een plaatselijke
aangelegenheid, maar heeft, wanneer we
haar vanuit de gemeentewet bezien - die
voor alle gemeen
ten geldt-een veel
breder aspect.
Zonder in details
af te dalen kunnen
we, afgaande op
de provinciale
dagbladpers, de
volgende feiten
vaststellen.
Burgemeester en wethouders van Wemel
dinge hadden de gewoonte overdag te ver
gaderen. Na de jongste wethoudersverkie
zing (gevolg van de vernieuwing van de ge
meenteraden op de eerste dinsdag van sep
tember j.l.) besloten burgemeester en wet
houders - met de stem van de burgemees
ter tegen - het reglement van orde voor de
vergaderingen van het college zodanig te
wijzigen, dat de vergaderingen voortaan in
in de avonduren zouden worden gehouden.
De burgemeester droeg dit besluit via ge
deputeerde staten aan de Kroon ter ver
nietiging voor met toepassing van art. 76
van de gemeentewet.
Uit de dagbladpers is niet duidelijk ge
bleken, of de burgemeester alleen strijd met
de wet, of ook strijd met het algemeen be
lang zag in het besluit van burgemeester en
wethouders. Om de zaak zo compleet mo
gelijk te maken zullen we ook aan laatstge
noemd criterium aandacht besteden.
Het is merkwaardig, dat de gemeente
wet zwijgt over het beleggen van de ver
gaderingen van burgemeester en wethou
ders. Alleen in art. 98 wordt gezegd, dat de
voorzitter een nieuwe vergadering belegt,
wanneer het vereiste aantal leden niet is
opgekomen.
Wat de raadsvergaderingen betreft le
zen we in art. 47 van de gemeentewet, dat
de voorzitter die belegt, met inachtneming
van wat daarover in het reglement van or
de voor de vergaderingen van de raad (dat
de raad zelf vaststelt) is bepaald. Hier is de
voorzitter dus vrij in het vaststellen van dag
en uur van de vergadering, tenzij de raad
hem door een wijziging van het reglement
van orde de pas afsnijdt.
Hoe staat het nu met de vergaderingen
van burgemeester en wethouders?
Met Oud mogen we wel aannemen,
dat de gewone vergaderingen zonder uit
drukkelijke voorafgaande oproeping wor
den gehouden op vaste dagen en uren, het
zij in het reglement van orde vastgelegd,
hetzij in onderling overleg bepaald.
Buriks 2) spreekt in gelijke geest. Hij zegt,
dat indien het reglement van orde terzake
geen bepalingen inhoudt, dag en uur door
de voorzitter worden bepaald, die haar
immers ook belegt.
Het beroep, dat de burgemeester van
Wemeldinge deed op het Koninklijk Besluit
van 24 maart 1933, Stbl. 119, moest wel
falen, omdat het in dat geval (Didam) ging
om een bepaling van het reglement van
orde, die betrekking had op het beleggen
van buitengewone vergaderingen van het
college. De bevoegdheid tot het beleggen
daarvan werd in handen gelegd van de-
„Handboek voor het Nederlands Gemeente
recht", deel I, Zwolle 1956, pag. 428.
2) „Inleiding tot het gemeenterecht", deel II, Al
phen aan den Rijn, 1955, pag. 233.
Rond
griffie en secretarie
door
Mr. L. A. v. Splunder
25