3
No. 1
ZEEUWS TIJDSCHRIFT
1953 als breuk
HET jaar 1953 is wel als een breuk te beschouwen, al is er natuurlijk voordien ook
sprake van vernieuwingen. De landbouw bijvoorbeeld loopt in het zuidwesten al meer
dan een eeuw voorop. De herverkaveling op Walcheren die is geboren uit de oorlogs-
nood, is na 1953 voortgezet op Schouwen-Duiveland, Tholen, Zuid-Beveland en in West
Zeeuwsch-Vlaanderen. In de vorm van ruilverkavelingen gaat zij verder, vooral in Oost
Zeeuwsch-Vlaanderen en op Noord-Beveland. Bijna 73.000 ha is of wordt op de schop ge
nomen, meer dan 60 procent van het Zeeuwse areaal, waarmee een bedrag is gemoeid dat
ver boven 300 miljoen komt. Streekverbeteringscommissies hebben zich ingespannen de
mentale ontwikkeling hierop af te stemmen. Mechanisatie, rationalisatie, de bouw van aard
appelbewaarplaatsen en graansilo's hebben de bedrijfsvoering een ander aanzien gegeven. Het
zal niet lang meer duren of het aantal onrendabele percelen, wat de openbare nutsvoor
zieningen betreft, zal te verwaarlozen zijn. In 1937 hadden er 7.000 nog geen aansluiting
op het elektriciteitsnet. De fruitteelt heeft zich hersteld van de ramp, maar is sterk gemo
derniseerd en verwetenschappelijkt. De 5.400 ha pit- en steenvruchten en 900 ha klein fruit
staan aan de top van de rentabiliteit in Nederland. De veilingen hebben de laatste jaren voor
tientallen miljoenen geïnvesteerd. De glascultuur is sterk in opkomst. Eén van de grootste
bestuurlijke prestaties is de inrichting van alomvattende waterschappen op Schouwen-Duive
land, Tholen en Zuid-Beveland, waarmee vele dijkgraven doelbewust een eind hebben ge
maakt aan hun miniatuur koninkrijkjes. De vele pittoreske landbouwhaventjes worden ge
concentreerd, daar waar de afsluitingen tot een vast waterpeil leiden. Kortgene en Wissen-
kerke op Noord-Beveland hebben coasterhavens gekregen.
Het toerisme heeft de grootste ontwikkeling doorgemaakt. Het aantal overnachtingen dat
in 1957 830.000 bedroeg lag in 1962 dicht bij de 2 miljoen. In de Braakman en het Veerse
Meer worden watersportcentra ingericht, waarvoor veel buitenlandse belangstelling bestaat.
Veere, Kortgene en Wolphaartsdijk zijn al bekende klanken. Het rijk droeg enige miljoenen
bij in de financiering van recreatieplannen, in Vrouwenpolder zal een groot Eurotel gebouwd
worden en de Exploitatie Mij Scheveningen is op Walcheren neergestreken. In West Zeeuwsch-
Vlaanderen werken de recreatiegemeenten publiekrechtelijk samen.
In de vier ontwikkelingskernen, Terneuzen, Goes, Zierikzee en Sint Maartensdijk, is de
industrialisatie ingezet in een tempo dat voor Zeeland vijf maal zo hoog ligt als enige
jaren geleden. In de Sloehaven hebben Vlissingen en Middelburg een belangrijke troef, even
als de gemeenten langs het kanaal Terneuzen-Gent ze daar hebben, nu dit van 10.000 tot
50.000 ton capaciteit wordt vergroot. Ook in deze plannen draagt het rijk met enige tien
tallen miljoenen bij. De vlasindustrie, teken van de oude structuur, is overigens sterk in verval.
Met de enorme uitbreiding van de Westerschelde-veren is het verkeer navenant gestegen.
In 1947 werden er 220.000 auto's overgezet, in 1962 meer dan een miljoen. De bouw van
de brug over de Oosterschelde, die in 1965 gereed is, sluit aan op de Haringvlietbrug. Ver-
keerseconomisch anticiperen beiden op het eigenlijke Deltaplan. Gelukkig ook achteraf
is de tram na 1953 op Schouwen-Duiveland verdwenen. Goeree-Overflakkee maakt zich op
voor de aansluiting bij het vasteland met grote gevolgen voor industrie, pendel, toerisme en
tuinbouw. Rond de Drie-provinciëndam werken de gemeenten aan één structuurplan. In
westelijk Noord-Brabant dat de economische stagnatie deelt met het gehele zuidwesten zijn
projecten ontvouwd voor zeehavens aan Kreekrak en Hollands Diep, die het grote geboorte
overschot moeten binden.
De visserij is met gemeentelijke steun aan een vernieuwing van de vloot bezig en Breskens