ZEEUWS TIJDSCHRIFT
No. 3
lijkheid erfde van zijn vader Adriaan die in
1644 overleed, moet deze tekening dateren
van het midden der 17e eeuw. De tekening
had ten doel een beeld te geven van de Spaanse
aanval op Bommenede in 1575. Het is een
gezicht uit het noorden. De schetstekening is
zeer nauwkeurig, zelfs de overtoom: het wiel
is niet vergeten. Het verschil met de kaart van
Ruta van 1583 heeft betrekking op het zee
strand. De uitvoerigheid, waarmee Roman de
staketwerken en hoofden tekent, bewijst dat
hij deze opnam naar de natuur: midden 17de
eeuw. De zee staat tot aan het stadje, dat door
tal van staketwerken tegen oeverafname
wordt beschermd [22],
Van de kerk van Bommenede, waarvan de
tekening van Roman ons een indruk geeft,
was tot 1870 het Avondmaalszilver nog aan
wezig. De heer Hocke Hoogenboom zond het
toen in voor een Zeeuwse tentoonstelling.
Blijkens informaties bij zijn familieleden te
Zonnemaire is het thans spoorloos [23].
De laatste predikant die Bommenede diende
was Petrus de Hartog, na wiens overlijden in
1695 in de polder Bloois, het predikantstracte-
ment van Bommenede overging op Herkingen,
voor de eerste predikant aldaar.
Dijkvallen tussen 1651-1655
IN de zeventiende eeuw doet het geweld van
de zee zich steeds heviger voelen. De
Rekenkamer van Holland moet herhaalde
lijk grote bedragen op Bommenede toeleggen.
In 1653 verstrekt de rentmeester van Voorne,
Adriaan van der Goes, aan zijn superieuren
een opgave van de kosten. De uitgaven over
schrijden verre de inkomsten. Enige dijkvallen
aan de zeedijk zijn daarvan de oorzaak, be
nevens het feit dat men door een zware storm
in 1651, een slaperdijk in de polder Kijkuit
heeft moeten leggen. In het tijdvak 1640-1652
werd 30.930,meer uitgegeven dan ont
vangen. Het beste is de dijkage maar te aban
donneren [24], De Rekenkamer besluit de
25ste maart 1654, gelet op het advies van de
rentmeester van Voorne „de dijck van Bom
menede en het geheele dijckage aldaer met
tgeen daarvan dependeert te abandonneren, de
hant daeraff te trekken ende te laten drijven."
Gelukkig wordt dit besluit niet uitgevoerd,
want in mei 1654 wordt door de landmeter
Lieven IJzerhoff aan de zeedijk een peiling
verricht. Met de ambachtsheren Gans, Rochus
Hofferus, de baljuw Johannes de Vogel, de
secretaris Huybrecht de Vogel en nog enkele
e n
bommenede
Fig. 4. Reproduktie van kaartje uit Tijdschrift Kon. Ned. Aardr. Genootsch.
1 situatie 1963.
2 situatie in de 17e eeuw.
3 verdronken polders.
74