ZEEUWS TIJDSCHRIFT
No. 3
maire dit te beletten, als hij niet schriftelijk
kan tonen van de Staten van Holland daartoe
bevoegd te zijn. Intussen wordt het oktober.
Als baljuw Thienhoven zich te Zonnemaire
bij de raadsheer Hoffer vervoegt die zojuist
van de Statenvergadering te Middelburg is
teruggekeerd, verneemt hij dat Holland af
stand heeft gedaan van Bommenede. De Staten
van Zeeland willen de overdracht aanvaarden
behalve Middelburg. Middelburg, aldus De
Bruin in zijn artikel, koppelde aan de over
dracht van Bommenede ook de kwestie van de
vermindering door uitsterving van Zeeuwse
Raden in het Hof van Holland. Middelburg
werkte steeds tegen omdat het voor altijd een
raadsheer wilde hebben.
De tijding dat Holland Bommenede afstond,
maar Zeeland aarzelde, brengt grote ontstel
tenis. In zijn brief van 22 oktober 1684 schrijft
Baljuw Thienhoven: „Veele van onse beste
en mogende ingesetene sijn op die tijding ver-
trocken, om elders haar cost te gaan winnen,
soo dat in plaatse van 64 huysgezinnen, maar
19 a 20 gebleeven sijn van de meeste ende
grootste onvermogende en daaronder oock on-
deuchende en boosaerdige menschen die het
overschot van de kercke en armegoederen
soecken te genieten, en soo voorts op den
rooff ende buyt soo aen kerkck als huysen
die noch sullen blijven staen".
Zo raakt Bommenede langzamerhand ge
heel ontvolkt. Omdat het levensgevaarlijk
wordt met de winter er te blijven wonen, ver
zoekt de baljuw al wat waarde heeft te ver
kopen. Verkocht kan worden de kerk, het
stadhuis. Bij de minste storm en vloed, kan
de polder vollopen, daarom dient de verkoop
voor de sloop spoedig te geschieden. Met de
winter van 1684 is Bommenede voorgoed ont
ruimd.
Overdracht aan Zeeland
PAS op 22 januari werd de overdracht van
Bommenede aan Zeeland geratificeerd.
Alleen Bloois bleef „leenroerig" aan Hol
land, omdat dat niet door de bewoners was
verlaten, maar al spoedig na januari 1682
weer beverst [26]. Wat van Bommenede over
bleef werd aan 4 Zierikzeese regenten, An-
thonij Hoffer, Andries Ockerse, Iman de
Jonge en Cau ter bedijking uitgegeven. Ze
dienden een nieuw veer te maken voor reizen
naar Holland. Dat kon geschieden door een
dam te leggen en een hoofd te maken aan het
schor van Nataars. Dit nieuwe veer onder
hield een veerdienst naar Herkingen. Lang-
Fig. 6. Bommeneedse dijk te Zonnemaire in de jaren dertig. Hier vestigden zich de inwoners
van het verdronken Bommenede en ontstond Nieuw-Bommenede.
76