No. 3 ZEEUWS TIJDSCHRIFT zamerhand is het vervallen en raakte het ha ventje verzand, dat in 1838 door een nieuwe, de huidige haven van Zonnemaire werd ver vangen. De plaats Bommenede en veel gronden kwa men buiten de bedijking te liggen. Pas in het begin van de 18e eeuw wordt Bommenede voor een deel herdijkt (zie figuur 4). Smalle- gange vertelt in zijn Kroniek van Zeeland dat de kerk van Bommenede nog lang zicht baar was, omspoeld door de golven. De wer kelijkheid was deze kroniekschrijver wat te nuchter en daarom bedacht hij dit mooie verhaal. De wat dorre Staten-notulen van Zeeland in 1687 delen mee dat „Bommenee, Nataars en Kijkuit geheel zijn geinundeert en van dijken ontbloot mitsgaders alle de huyzen binnen voorsz Stede en Heerlijkheid afgebro ken en niets anders resteerde als het bloote schorre." De resten van het oude Bommenede, in de achttiende eeuw nog zichtbaar, zijn nu niet meer te zien. Wel wordt de plaats waar vroeger Bommenede lag, gekenmerkt door een ondiepte met „slechts 47 dm water". De bewoners van Bommenede vestigden zich voor het merendeel aan de dijk met Zon nemaire, waar een nieuwe gemeenschap ont stond: Nieuw-Bommenede. Tot 1866 was het een zelfstandige gemeente, waarna het met Zonnemaire verenigd werd (zie figuur 6). De nieuw-ingedijkte polders hadden nog veel van de zee te lijden. In 1808 overstroomde Nieuw-Nataars en werden de Bommeneedse zeedijken zozeer beschadigd dat in 1818 de polder op haar verzoek calamiteus werd ver klaard. Pas in 1893 werd de calamiteusver- klaring ingetrokken. De stormramp van 1 februari 1953 heeft wel grote schade toegebracht aan de zeedijken van Nieuw-Bommenede (zie figuur 5) en Nieuw-Nataars, maar het waterschap bleef voor overstroming gespaard. Ook Borren- brood liep ernstige schade op, maar inun- deerde niet. Alleen de polder Bloois kreeg zout water in doordat de binnendijk met St. Jacobs-Nieuwland enkele dagen doorgebroken was. Literatuur [1] Beekman: Zeeland in 1300. Gesch. Atlas, pag. 88. [2] Fruin: De provincie Zeeland en hare rechterlijke indeling voor 1795, 1933, pag. 4 en 5. [3] Prof. dr. J. Huizinga: Scaldemariland, Med. Kon. Ak. Wetensch., afd. Letterk. 84, serie B, no. 2. [4] Huizinga, pag. 15. [5] F. van der Putte: Cronica et Cartularium Mona- sterii de Dunis, Brugge 1864, pag. 25. [6] Van den Berg: Oorkondenboek I, no. 144. [7] Supplement Oorkondenboek 35, no. 58. [8] Van der Putte, Cartularium, pag. 547, no. 645. [9] Van der Putte, pag. 566, no. 698. [10] Van Mieris: Charterboek III, pag. 733. [11] Van Mieris, Charterboek IV, pag. 733. [12] M. P. de Bruin: Bommenede, Tijdschrift van het Kon. Ned. Aardr. Genootschap, deel LXXI, no. 1, 1954, met 3 foto's, pag. 13. [13] Rekeningen Grafelijkheid van Holland, Alg. Rijksarchief Den Haag, no. 3252, fol. 15. [14] Dr. E. Wiersum en jhr. mr. B. M. de Jonge van Ellemeet: Rechten van Schouwen en Duiveland, Mededelingen, Oud Vad. Recht V, pag. 507. [15] Bronnen Oud. Vad. Recht IV, pag. 87. [16] A. van Lommei: De kerksieraden van Bommenede op het eiland Schouwen en Duiveland, Bijdr. Gesch. Bisdom Haarlem, deel X 1882, pag. 445 e.v. [17] De Bruin, pag. 15. [18] Copia van Verbaal van Commissarissen geordon- nert tot Bornm. omme te ontvangen de remon- strancien van den geenen die hem pretenderen bij den Octroye die van Bommenede verleent te sijn geinteresseerd. In dato 8 juni 1571. Portefeuille 797, Archief Rekenkamer der Domeinen van Hol land, Alg. Rijksarchief. [19] In het rijksarchief in Middelburg berust nog een schepenaktenboek van Bommenede van 1669-1772. [20] J. Pot: Het beleg van Zieriksee, 1925, pag. 6 en 23 vlg. [21] L. M. Verseput: De Hervormde Gemeente van Bommenede, Ned. Archief voor Kerkgeschiedenis, deel XLIII, afl. 1, 1959, pag. 51. [22] R. Tutein Nolthenius: Het geslacht Nolthenius, blz. 222 en 223, Haarlem 1914. [23] Zelandia Illustrata II, pag. 262-269. Op de af beelding van de twee bekers in het museum van het Zeeuws Genootschap, blijkt dat ze in 1651 aan de kerk van Bommenede ten geschenke wer den gegeven: „Ter liefde van den Gekruisten", door P. D. [24] Rescriptie van de Rentmeester van der Goes, d.d. 29 sept. 1653, Portefeuille 797, Archief Re kenkamer, Den Haag. [25] Portefeuille 797. Zie ook: L. M. Verseput: „Enige bijzonderheden over Bommenede in de zeven tiende eeuw, in: Tijdschrift van het Kon. Ned. Aardr. Genootschap, deel LXXIII, no. 2, 1956, pag. 172-175. [26] Lantsheer en Nagtglas: Zelandia Illustrata II, Middelburg 1880, pag. 262-267. 77

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1963 | | pagina 13