BLOKNOOT
ZEEUWS TIJDSCHRIFT
No. 3
T MAG
De burgemeester van Rotterdam, mr. G. E. van
Walsum, is ter zending getogen. Op een vergade
ring in Middelburg heeft hij ons veel leerzaams
voorgehouden. Zo moeten wij ons er voor hoeden
in onze zeehavens in opkomst Antwerpse Sinjoren
binnen te halen. Wij hebben kennelijk nog niet de
rijpheid die de samenwerking tussen Rotterdam en
Duitsland zo aanvaardbaar maakt. Met de pro
bleemgebieden heeft hij niet veel op, waarschijnlijk
omdat zij arbeiders voor Europoort moeten leveren.
Over de meer dan f 100 miljoen die er in de
nieuwe pieren van IJmuiden wordt gestopt en over
de duwvaartaanpassing van het AmsterdamRijn
kanaal is hij al evenmin te spreken.
Overigens, vermijden wij alle zelfbeklag, want
eindelijk: het mag nu, ook in Zeeland. Amsterdam
moet de eigen boontjes maar doppen, als Rotter
dam om zijn loontje komt.
het oosten wenden en niet naar het westen."
Een dergelijke heroriëntering beter zou zijn
occidentering treffen wij ook in andere ge
meenten aan. Gedeputeerde Staten hebben bij het
uitkiezen van de aan te trouwen familie dus geen
gelukkige hand gehad. De meesten blijven trou
wens liever zelfstandig, want aangetrouwd wordt
nooit eigen. Die van Sluis en die van Aardenburg
behoeven zich daarvan voorlopig niets aan te
trekken, want zij blijven baas in eigen parochie.
Het tragische van samenvoegingen vinden wij
altijd dat er in de pro-argumenten altijd iets van
gebrek aan bestuurskracht steekt en dat is natuur
lijk nooit waar te maken. Hef argument wordt dan
ook altijd ijlings ingetrokken als er een raad of
burgemeester boos over wordt.
Tegenwoordig gooit men het vaak op de be
vordering van het homogene streekdenken. Wij
verwijzen daarvoor naar het in dit opzicht niets
zeggende artikel op bladzijde 65.
GEEN KREEK-RAKKERS
Met het Kreekrakplan heeft het behoudens de
start nooit willen vlotten. Het mooie boekwerk dat
er enige jaren geleden aan is gewijd lag wel goed
in de hand, maar had zo gezegd meer typo- dan
hydrografische waarde. Aanvankelijk zag men dit
in Zeeland wel anders. Men slaakte kreten als: in
Brabant weten ze wat voorlichting is; wat doen we
nu aan het Sloe? Het is bewuste provinciale politiek
geweest hierover niet te luidruchtig fe pleiten.
Bekend was dat de kaarten voor ons gunstig waren
verdeeld. Dat nam niet weg dat Zeeland zeer
loyaal achter de Brabantse plannen heeft gestaan,
zoals het nu achter het Reimerswaalplan staat. De
Minister van verkeer en waterstaat heeft echter in
de Eerste Kamer opgemerkt dat Nederland voors
hands de handen vol en de portefeuille leeg
heeft aan de grote zeehavens, Delfzijl, Terneuzen
en de Sloehaven. Vóór de sluiting van de Ooster-
schelde in 1978 ook al een reden tot uitstel
zal er van het nieuwe plan niet veel komen.
GEOCCIDENTEERD TERREIN
De burgemeester van Biervliet heeft over de
plannen voor een nieuwe gemeentelijke indeling
in Zeeuwsch-Vlaanderen, van 30 tof 11 gemeenten,
gezegd dat hij desnoods samengaan met Hoek en
Philippine accepteert, maar niet daaraan nog eens
IJzendijke wil toevoegen. „Wij moeten de blik naar
STREEKPLAN SCHOUWEN-DUIVELAND
Over streekdenken gesproken, het onlangs door
Provinciale Staten aanvaarde streekplan voor
Schouwen-Duiveland zal dit zeker bevorderen, om
dat er een geografische taakverdeling in is om
schreven. De stampij die aan elk streekplan voor
afgaat en die begrijpelijk is omdat het in parti
culiere rechten kras ingrijpt, is een oefenpartij in
het collectieve denken. Na de zorgvuldige demo
cratische behandeling, die meestal zonder tegen
stemmen wordt afgesloten, gaat de wind aldra
weer liggen. Wie het met de Kamer van Koop
handel voor Midden- en Noord-Zeeland eens is
dat het streekplan wellicht voorbarig is, zal het
toch willen aanvaarden als werkhypothese, omdat
de veranderingen op het schiereiland van morgen
moeten worden opgevangen. Wij zien in een
streekplan meer een subjectieve en artistieke dan
een wetenschappelijke ingreep, maar daar wordt
het niet minder om. Integendeel: het belangrijkste
aandeel van een dergelijk plan in de ontwikkeling
is niet dat het een actieprogramma omvat, maar
dat wij over zeg tien jaar kunnen constateren dat
Zeeland er nog altijd ordentelijk, kan het zijn fraai,
uitziet. In een d'chtbevolkt land is het menselijke
ingrijpen in hef stad- en landschap louter door het
welvaartssfreven vele malen groter dan ooit en
dan moeten wij ons zelf een rem aanleggen.
Vg
80