ZEEUWS TIJDSCHRIFT No. 3 tactisch om er boos over te worden. Wordt er in de hoofdstad niet gemeesmuild als Ri chard Minne schrijft dat voor hèm Zeeuwsch- Vlaanderen, „een boogschutje" ver, door een kloof van Vlaanderen is gescheiden. „Hulst is niet Vlaams! Is een stijve Noordnederlandse stad!" Het staat er, zwart op wit, in jaargang 1956, bladzijden 81 en 82. In het Hulsterse zal men zeggen: als het hier stijf is, hoe is het dan aan de overkant wel gesteld? Trouwens onze vriend Louis Lockefeer constateerde op de conferentie: „Zeeuws-Vlaams is een fic tie; hoeveel uiteenlopende delen kent dit ge west." Is zelfs het vierde district een mono- litisch blok? Die van Aardenburg en die van Breskens? (Over monolieten gesproken, het Zeeuws Tijdschrift is iets fleuriger, iets minder Zeeuws dan ik dacht, als ik zo eens blader) Levensstijlen DE vraag die aan de orde is, is die van de levensstijl om het zwaar begrip cul tuur te ontgaan, die van de verwant schappen die zo talrijk en veelvormig zijn als er streken zijn. Binnen de grenzen van een streek in deze zin is er telkens een hoge mate van homogeniteit in het groepsleven, de aan grenzende streek is dus heterogeen. De com ponenten van die geografische-groepsverwant- schap zijn vele. De beschaving, sociale betrek kingen, omgangsvormen, volksgebruiken, het anthropologische type, de taal, het welvaarts- streven, maar ook meer door de natuur ge geven factoren als het landschap, de natuur lijke bodemrijkdom behoren er toe. Ik maak me sterk dat de lezer deze droge abstracta even gemakkelijk voor zich weet te verleven digen als het voor hem moeilijk is de voorstel lingen onder woorden te brengen. Een kleine graai uit de grabbelton, zonder een cultuur beeld te zoeken. De belangstelling voor de wielersport is in Noord-Zeeland gering, in Zeeuwsch-Vlaanderen groot. De stedelijke cul tuur op Walcheren is toonaangevender met inbegrip van de pretenties dan op Zuid-Beve land, het leven op Noord-Beveland is van groter allure en minder serieus dan dat op Tholen, de Zeeuwsvlaming drinkt het bier, dat in Zierikzee veel minder populair is, het liefst uit een flesje. De polderwegen met wil gen in West Zeeuwsch-Vlaanderen zijn even uniek als de opritdijken in de Zak. Echte volksgebruiken kent het grensgebied nog, el ders bestaat niet veel meer dan de falsificatie van de klompendans. Er zijn weinig eigen schappen die de Zeeuw van alle windstreken gemeen heeft. Zuinigheid: wel frequent maar niet algemeen. Volharding: er zijn gewesten in Zeeland waar zij plaats maakt voor een snel afgeleide inspiratie. Bedachtzaamheid staat tegenover sanguiniciteit, ook binnen Zeeuwsch- Vlaanderen; een niet te hoog maar gestaag werktempo tegenover de driftjes die niet vol te houden zijn. Op Tholen lijkt de mystiek een meer voorkomend verschijnsel dan aan de heikant. En wat een mensentypes: vissers en schippers, boeren, industrie-arbeiders en die weer vaak verschillend naar streek. Verzakelijking ER zijn verschillende levenswijzen en tra dities die in het verleden door een con serverend isolement zijn gestempeld en dan in talloze kleine gemeenschappen in het Zeeuwse samenlevingsverband. In Frankrijk heet het dat er een vierhonderdtal van die geografische individualiteiten zijn die een op pervlakte beslaan van enkele duizenden hec tares tot vele kwadraatkilometers. De Franse Revolutie heeft hier en elders vergeefs getracht deze „pays" te doen opsmelten in vrij wille keurig geformeerde administratieve departe menten, exponenten van een centralistisch be- bestuur. Het regionalisme is aan deze abstracte schema's niet bezweken, integendeel. Zoals in Nederland de Randstad, heeft in Frankrijk Parijs het regionalisme geactiveerd. Het stuitte op een kracht waartegen het zich kon afzetten. Het bestuurlijke en culturele centralisme, de bedeling vanuit één punt, is voor het regionale leven geen echte bedreiging meer. Het is onderhevig aan een nieuw antagonisme, wordt uitgehold door wat Baudet in zijn flonkerend essay „Mijn dorp in Frankrijk" de nieuwe uit- 66

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1963 | | pagina 2