No. 3 ZEEUWS TIJDSCHRIFT rusting des levens noemt, door de verzakelij king van het bestaan op het platteland. „Ver andering vooral ook in de verhouding tot de tijd, die niet meer wordt gevoeld als de soliede en stimulerende bondgenoot van de spaar zaamheid. Het grote, het overheersende bond genootschap van nu is dat van de nieuwe outil lage des levens en de algemene innerlijke on rust. Nerveuze drang naar snelle bevrediging van verlangens." „Een ongearticuleerd door eenlopen ontstond van begeerte en recht. De landelijke maatschappij is door dit alles zeer veel later bereikt dan de stedelijke; maar zij is daar ten slotte door bereikt en wordt daar door thans gerevolutioneerd." Baudet wijst op de inflatie met haar onteigenende karakter, het systeem van termijnbetaling, de werking van de advertenties, de rusteloze activiteit der commis-voyageurs, de rayonnerende werking van de grote stad, de verkorte werkweek, de technisering van de landarbeid en natuurlijk de auto en de televisie en dat alles niet in de toonaard van de verzuurde culturele reactio nair maar in die van de observator die het oude en het nieuwe zoekt te verbinden. Dat hij in Nederland, in tegenstelling tot Frank rijk, een actief vermogen tot snelle en har monische aanpassing aan veranderende om standigheden constateert, verandert aan het feit van de revolutie in de maatschappelijke mecaniek niet veel (al moet men in onze con treien andere theologische stellingen betrekken dan Baudet in Frankrijk doet, waar de strijd tussen oud en nieuw gevoerd wordt tussen de pastoor en de communistische partij als com battanten). In de sociale wetenschap treffen wij het inzicht aan dat het de menselijke geest is die steeds zijn fundamentele houding in het bestaan wijzigt en via nieuwe begripsvormen komt tot omvorming van het produktieproces. In Zeeland is veeleer de gedachte populair dat de nieuwe produktiewijze, waaronder de ver- keersrevolutie, tot een nieuw soort mens leidt, een opvatting die in het marxistische denk patroon thuishoort. Het is daarom dat wij niet benauwd behoeven te zijn voor de zogenaamde geestelijke gevolgen van het Deltaplan op de uitvoering waarvan Zeeland in wezen met zijn houding al vooruit is. Consumptief materialisme DAT de geesteshouding of de beschavings- inhoud de wijze van bestaan domineert en niet omgekeerd blijkt uit vele voorbeelden. Als de begeerte naar het beeld scherm in de huiskamer is opgewekt, heeft zich al een mentaliteitswijziging afgespeeld die fun damenteel is en verdere inhoud krijgt als het kastje er is. Over de vijfdaagse werkweek en de landbouwmechanisatie- en -sanering kun nen gelijksoortige filosofieën worden opgezet. Langs dit soort wegen zullen de markante anthropologische verschillen tussen de vele Zeeuwse gewesten afnemen, al zullen de in gebouwde traagheidsfactoren van volksge woonten, dialecten en uiteenlopende belangen lang en soms blijvend weerstand bieden. Die belangen slaan op materialistische voordelen, die zoals Baudet opmerkt in onze tijd een veel meer consumptief karakter hebben, waar zij vroeger in de bedding van de spaarzin waren opgesloten. Overgezet in streektaal denken wij bijvoorbeeld aan een toekomstige brug over de Westerschelde bij Terneuzen die in het Land van Hulst een sociale kater kan veroorzaken of aan de mening dat Tholen zo weinig van het Deltaplan zal profiteren. Ruimere horizon HET regionalisme verkrijgt een wijder kader als het zich kan optrekken aan een belang met ruime horizon. Binnen Noord- en Midden-Zeeland zijn de tegen stellingen nooit groot geweest, maar er was altijd onverschilligheid voor eikaars lot. Nu krijgt Schouwen-Duiveland door de Ooster- scheldebrug gemeenschappelijke belangen met Walcheren en de Bevelanden, en Goes en vele Bevelandse dorpen kijken met belangstelling naar de Sloehaven en het Veerse Meer. Met Zeeuwsch-Vlaanderen zal dit nog lange tijd anders liggen, al zullen acties voor een Wester- scheldebrug ons aan een interessante beproe ving onderwerpen. 67

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1963 | | pagina 3