No. 3 ZEEUWS TIJDSCHRIFT polder Zonnemaire ingedijkt [10], gevolgd door Nataars (1411) [11], Bommenede (1412). Met de polders Bloois (1425) en de poldertjes Kijkuit, Borrenbroot en Sint Jacobs-Nieuw- land (1488) werd, aldus De Bruin [12] „de halve ring tussen het land van Bommenede en Schouwen gesloten" (zie figuur 1, kaart van Bommenede van 1583). Bommenede met aangrenzende polders Na taars, Kijkuit, Bloois en Oud-Bommenede, Borrenbroot en St. Jacobs-Nieuwland vormde een stukje Holland op Zeeuws gebied. Het hoorde onder de rentmeester van Voorne, ter wijl het aangrenzende land tot Zeeland Be- oosterschelde gerekend werd. Tot na de on dergang na 1682 is Bommenede Hollands ge bied gebleven, waarna de restanten aan Zee land kwamen. Bloois vormde een aparte heer lijkheid binnen dit gebied. De grens liep in het noorden van deze polder, welks noordelijke stukje Oud-Bommenede heet. Watervloeden AL in het begin van de zestiende eeuw doet het geweld van de zee zich voelen. In 1530 wordt aan verschillende personen, die pachters zijn van 's keizers vronen en tien den de pacht kwijtgescholden: „alsoe inde maent van novemrij a° 1530 bij der generale inundacie die doen ter tijt gesciede tlant van Bommenede, Naters, Kijckuyt ende Bornebroot inundeerde ende metten zoudten waeter ge meen wert" [13]. Twee jaar later, op 2 no vember 1532 overstromen opnieuw Borren- brood, Nataars en St. Jacobs-Nieuwland. On danks deze rampen en een brand in 1540 is er welvaart, blijkens het privilege van Filips II, van 1557, waarin het dorp een jaar- en week markt wordt vergund [14]. Het privilege con stateert „dat het land en de polder van Bom menede een klein land is en nijet fertile oft vruchtbarich genoeg om mitten gewasse van coren, terw ende andere victuaille" de in woners voldoende te voeden. Ook is „deselve polder zeer bewoent, populeux ende augmen- teert dagelicxs van volcke om de goede com- moditeit die de vischschepen van diverse ste den aldair hebben ende hueren opslach doen, zoe dat aldair een zeer groote neerijnghe ende vertieringe es van vischers ende oock grote sleete van spijse ende dranck". Bommenede blijkt beschermd te worden tegen het water door twee nieuwe hoofden. Allerheiligenvloed 1570 EEN grote slag wordt aan de welvaart toe gebracht door de Allerheiligenvloed van 1570. Het hele gebied van Bommenede overstroomt en grote schade wordt toegebracht aan dijken, huizen en landerijen. Het naburige Brouwershaven trekt profijt van de ramp van zijn buren [15]. Reeds 12 november vergunt het aan de inwoners van Goeree en Bom menede vrijstelling van belasting als ze te Brouwershaven komen wonen. De schippers krijgen deze voordelen alleen als ze een vaantje voeren met het stadswapen. Ook de kerk is overstroomd en de kerksieraden worden in de sacristie van Brouwershaven bij pastoor Arent van Boonen in veiligheid gebracht. De kerk meester van Bommenede Cornelis Cornelis Hendrikcse heeft zich geweerd in het redden en overbrengen van deze kostbaarheden, waar onder zich bevinden kelken, patenen, een zil veren bruidskroon van Maria en zes zilveren haringen met een zilveren scheepje [16]. In december 1570 komen commissarissen die door koning Filips II gezonden zijn de ge broken dijken op Schouwen inspecteren. Ze kunnen Bommenede niet bereiken. Van verre, staande op de dijk van de polder Nataars zien ze een groot gat dat het dorp van de kerk scheidde. De opperdijkgraaf van Schouwen Wcrckcndet brengt hun later een verslag van de schade in Bommenede [17]. Vele van de rijkste ingezetenen zullen niet terugkeren, om dat Brouwershaven hun grote faciliteiten biedt, en omdat herdijking hen op grote kosten jaagt. Als middel tot herstel worden allerlei belastingen en heffingen op bier, wijn en land ingesteld. In Bommenede en Kijkuit worden vronen en tienden met andere gemeten gelijk gesteld. De achterliggende polders moeten bij dragen: Borrenbrood en Bloois met een halve 71

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1963 | | pagina 7