ZEEUWS TIJDSCHRIFT No. 5 vuur en water veel en velen genadeloos zou wegvagen. Diepe vrede van warme, wind stille zomerdagen, hun tijdeloosheid, hun goudsbloemen, hun zwakke dorpsgeuren en dorpsgeluiden, alsof alle mensen in vol strekte tevredenheid met hun bestaan leefden. De grote schepen, die voorbij voeren en de zee opgingen en voor levenslang verlangen naar verten achterlieten. De zeven sterren van Orion, machtig in de vriesnacht boven de Schelde trekkend toen al zo saam horig als toen ze me later op oceaanvluchten als vrienden van vroeger op duizend mijl van elke kust een betrouwbare hand toestaken en de goede weg wezen. Onze vuurtoren, de felste en machtigste van Nederland die was voor een negenjarig jongetje van de Brabantse hei met zijn machtige stralen over zee zo stil- makend als voor de latere vlieger, die uit Amerika of van de Azoren terug kwam, en bij de eerste vertrouwde vonken boven de vaderlandse horizon denken moest aan de toch tweehonderd graven van de Tweede Oorlog aan zijn voet. GOLVEN eindeloosheid idyl le rampspoed liefde (El len) haat (Domburg) maar wat zal ik verder zoeken naar woorden voor de dingen of de niet-dingen, die mijn leven bepaald hebben en die in Westkappel voor het eerst betekenis kregen? De grote Van Dale staat er vól van, op elke van zijn 2632 bladzijden, laat mij je er verder niet mee bezwaren, je hebt in je leven al zo veel van woorden te verduren gehad. Als je me maar begrijpt! Je hoeft me niet als medezeeuw te adopteren, maar als je me niet wilt toegeven, dat ik toch ook echt veel met een goed Zeeuws dorp te maken heb, zal ik meteen opnieuw bereid zijn om je met stenen, ja met suiker bieten te gaan gooien. Ik ben daarin zeven jaren lang té bedreven geweest om je niet met klem ook thans nog tegen mijn ontstemming te moeten waarschuwen. 140

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1963 | | pagina 12