143
No. 5
ZEEUWS TIJDSCHRIFT
worden aangeduid. Zoals gezegd, vormt
de beschrijving van deze landbouwgebieden
niet het voornaamste thema van het boek. De
analyse van deze streken dient te worden
gelezen tegen de achtergrond van de essentiële
strekking van het betoog, dat wil zeggen de
communicatie rond nieuwe landbouwmetho
den. Het onderwerp van het boek van Van
den Ban is de wijze waarop de boeren van
verschillende inlichtingenbronnen gebruik ma
ken voor hun informatie over en de toepassing
van nieuwe landbouwmethoden. Door de aard
van dit onderwerp is de nadruk gevallen op
theoretische aspecten, waarop hier niet nader
behoeft te worden ingegaan. Het zij voldoende
er op te wijzen, dat de theorie van de com
municatie uit het onderzoek naar voren komt
als een bijzonder gecompliceerd en voor de
lezer uiterst verwarrend complex mogelijk
heden en hypotheses, waarvan de feitelijke
betekenis niet altijd erg duidelijk is. Ook blij
ken de praktische conclusies niet bijzonder
verrassend te zijn, al geeft Van den Ban wel
enige nuttige adviezen voor de voorlichting.
Zo legt hij de nadruk op de betekenis van
groepsdiscussies en op ongevraagd bezoek door
de voorlichter; lezingen en voorbeeldbedrijven
komen als minder effectief te voorschijn (de
nadruk die op de groepsnormen wordt ge
legd, lijkt zoals gezegd vooral voor Noord-
Beveland overdreven). Ook voor andere voor
lichtingsmedia worden door Van den Ban
enkele richtlijnen gegeven, waarbij hij zich wel
enigszins wetenschappelijk-voorzichtig uit
drukt.
DAT het boek van Van den Ban maar
weinig sluitende conclusies biedtis
logisch; dat ligt niet aan de schrijver,
maar aan zijn onderwerp. Belangrijker is, dat
zijn boek veel verheldert (al zijn het maar de
leemten in onze kennis), veel ter discussie stelt
en prikkelt tot eigen gedachten en tegen
spraak. Vooral het onderscheid, dat bij voort
during wordt beklemtoond, tussen het con
tact met nieuwe methoden en de uiteindelijke
beslissing hierover, is van grote betekenis. En
de Zeeuwse lezer kan over Noord-Beveland
veel te weten komen of terugvinden, waardoor
dus Van den Bans studie voor hem een be
langrijke extra waarde krijgt. Wel is het jam
mer, dat de auteur geen poging doet de oor
zaak van het stedelijk-culturele en progressieve
karakter van Noord-Beveland te verklaren.
De nabijheid van industrie, die de vooruit
strevendheid in het Brabantse Milheeze be-
invloedt, kan hier moeilijk als oorzaak worden
aangewezen, evenmin als de gunstige verbin
dingen! De communicatietheorie lijkt voorals
nog ver verwijderd van een bevredigende aan
pak van dit soort problemen. Dat neemt niet
weg, dat de lezing van het boek van Van den
Ban zeker aan lezers uit onze provincie kan
worden aanbevolen.