ZEEUWS TIJDSCHRIFT No. 5 vele bedrijven gezamenlijk chemische en bacteriologische onderzoekingen worden verricht; b. samenwerking op gebied van keuring van waterleidingartikelen (K.I.W.A.) c. samenwerking, zij het nog slechts summier, op het gebied van de incasso van het watergeld. In het algemeen kan men stellen dat samen voeging van onderdelen alleen dan rationeel is, wanneer voor het overige de totale concen tratie irrationeel is, irrationeel in dier voege, dat het beter blijkt de rest van het produktie- proces niet te concentreren. Deze gedachtengang is verwerkt in „De ontwikkeling van de moderne prijstheorie", een boekwerk dat in 1955 verscheen van de hand van dr. J. Andriessen, de huidige mi nister van economische zaken, waarin deze waarschuwt tegen te ver doorgevoerde con centratie. Voorwaarde voor de afscheiding van een onderdeel van onze werkzaamheden moet zijn dat de afscheiding technisch moge lijk en ook economisch en bestuurlijk rationeel is. OVERZIET men de onderdelen van het arbeidsterrein van de Zeeuwse water leidingbedrijven zoals waterproduktie, transport en voorraadvorming, dan kan men zonder meer stellen dat op al deze terreinen de mogelijkheid tot coöperatie aanwezig is. Men zou dit kunnen bereiken door: a. het gemeenschappelijk tot ontwikkeling brengen en exploiteren van de grote nieuwe waterbronnen welke zich door de wijzigingen in de waterhuishouding in de provincie Zeeland aandienen; b. het gemeenschappelijk exploiteren van buiten ons voorzieningsgebied liggende bronnen, om aldaar ook onze positie te versterken; c. het gemeenschappelijke construeren en ex ploiteren van de nodige transport- en ver bindingsleidingen; d. het gemeenschappelijk construeren en ex ploiteren van grote voorraadreservoirs in en buiten onze voorzieningsgebieden. Aan deze opsomming van vier meer op technisch-economisch vlak liggende sectoren dient nog een vijfde te worden toegevoegd. De toekomstige zoetwatervoorziening zal een gedifferentieerd beleid vorderen dat ener zijds gericht blijft op de, de Volksgezondheid rakende, drinkwatervoorziening en anderzijds de industriewatervoorziening met een sterk gevarieerd patroon van ondernemerseisen, waaraan gekoppeld een verlangen naar een beheersvorm die beslissingen op korte termijn mogelijk maakt. Het zonder meer doen opgaan van de in dustriewatervoorziening met haar grotere financiële risico's in het bestaande drinkwater bedrijf zal kunnen leiden tot leggen van on evenredig grote financiële lasten op de drink watergebruikers. Wil men dit voorkomen, dan zal er tenminste een administratieve scheiding moeten worden doorgevoerd. Beter is het echter, indien de omstandigheden het mogelijk maken, te komen tot een zowel technisch als bestuurlijk gescheiden industriewatervoor ziening, waarbij op het punt van de water winning voldoende rekening dient te worden gehouden met de primaire eisen voor goed en voldoende drinkwater. VOOR Zeeland zou het, gelet op de geo grafische ligging van de delen onder ling en de onvermijdelijke afhankelijk heid van buiten de provincie gelegen water bronnen, nodig zijn dat voor de drinkwater voorziening gestreefd wordt naar samen voeging tot drie bedrijven, te weten: Zeeland Noord (Schouwen-Duiveland, Tholen, Philips- land) Zeeland Midden (Zuid-Beveland, Noord-Beveland en Walcheren); Zeeland Zuid (Zeeuwsch-Vlaanderen). 132

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1963 | | pagina 4