No. 5
ZEEUWS TIJDSCHRIFT
Deze drie bedrijven moeten in een daarvoor
passende beheersvorm tot volledige samen
werking worden gebracht ter zake van de
waterwinning, het transport en de voorraad-
vorming.
Dit zelfstandig coöperatief orgaan, waarin
de provincie kan deelnemen maar geen over
heersende rol moet spelen, levert aan de drie
deelnemende bedrijven het binnen hun gebied
benodigde drinkwater tegen een uniforme
prijs. In deze prijs zijn verdisconteerd de
kosten van de winning, de voorraadvorming
en het transport tot aan de punten van af
gifte.
De levering van grote hoeveelheden in
dustriewater wordt rechtstreeks in handen van
het nieuwe orgaan gelegd, waarbij voor de
gehele provincie eenzelfde waterprijs dient te
gelden. Op deze wijze zal nodeloze concur
rentie tussen de delen onderling, althans op
dit punt, worden voorkomen.
Vanzelfsprekend dient het provinciaal be
stuur zowel voor de samenvoeging van de be
staande bedrijven als het oprichten van het
coöperatieve orgaan, een duidelijke beleidslijn
aan te geven. De tot standkoming van dit
orgaan zal nog veel studie en voorbereidend
werk vorderen. Het snel op gang komen daar
van zal in hoge mate worden bevorderd indien
de provincie de daaraan verbonden kosten
door het verlenen van renteloze voorschotten
wil financieren. Deze voorschotten dienen te
zijner tijd in de bouwkosten der werken te
worden verdisconteerd en aan de provincie
te worden terugbetaald.
Ook moet hierbij worden gedacht aan een
mogelijke voorfinanciering door voorschotten
uit 's Rijks kas: het gaat toch in wezen ook
om de verwezenlijking van het Zeeuwse ge
deelte van het nationale industrialisatieplan.
Zeeuwsch-Vlaanderen overweegt reeds het
stichten van een nieuw zelfstandig werkend
orgaan, zoals voor de provincie geschetst,
naast het bestaande drinkwaterbedrijf. De
studie is nog niet beëindigd daar het advies
van deskundigen nog wordt ingewacht.
Ten slotte is het een bijzonder aantrekke
lijke gedachte de in onze provincie aanwezige
krachten op basis van vrijwilligheid samen te
doen werken om te komen tot een zorgvuldige
en juiste voorbereiding van het veiligstellen
van de zoetwatervoorziening in de toekomst.
133