ZEEUWS TIJDSCHRIFT No. 6 steeds meer naar het landelijk gemiddelde toegroeit, in enkele jaren blijft zij er zelfs onder. De provincie Friesland daarentegen blijft haar uitzonderingspositie behouden. Houdt belediging in Zeeland verband met alcoholgebruik HOE is het nu te verklaren, dat zich deze ontwikkeling in onze provincie voor doet? Zoals steeds in het arbeidsterrein van de criminologie, is niet één doch een com plex van factoren als oorzaak van een derge lijke ontwikkeling aan te wijzen. Terecht zegt professor Van Bemmelen in zijn reeds aangehaalde boek, dat het bij het delict belediging niet alleen gaat om het straf bare feit op zich, doch ook om de gevoelig heid voor het betreffende delict. Delicten als diefstal, verduistering e.d. geven weinig aan leiding tot verschil van inzicht omtrent het gepleegde strafbare feit, bij belediging is dit echter anders, de een voelt zich eerder be ledigd dan de ander. In zijn hierboven reeds aangehaalde derde druk van zijn boek „Criminologie" vermeldt professor Van Bemmelen, na Van der Woude te hebben aangehaald3), dat Zeeland ge durende enkele jaren een top had voor chro nische alcoholisten. Tevens constateert hij dat Zeeland een provincie is met kleine gemeen schappen (in 1950 109 gemeenten op een be volking van 247.606 inwoners, terwijl Fries land in dat jaar 43 gemeenten had op een bevolking van 399.659 zielen). Professor Van Bemmelen vervolgt dan: „In die kleine gemeenschappen met een stationair blijvende bevolking kent men el kaar vrij goed, en als daar nu iemand, die zich overigens ook al misdraagt (b.v. een chronische alcoholist), iemand anders of een ambtenaar beledigt, dan grijpt de po litie en de bevolking zulks eerder aan om een vervolging te beginnen, dan elders. Plet hoge cijfer voor belediging in Zeeland is derhalve uitvloeisel van het feit, dat in deze eilandenprovincie met kleine gemeen schappen en overigens geringe criminaliteit de belediging sterker wordt gevoeld en aan gegrepen wordt als middel om zich mis dragende elementen en vooral de chro nische alcoholisten te corrigeren." Teneinde na te gaan of er inderdaad van een correlatie tussen alcohol en belediging sprake is in onze provincie, heb ik een detail onderzoek ingesteld naar de verschijningsvorm van zowel de alcoholische criminaliteit als van belediging. Terwijl de alcoholische criminali teit zeer onregelmatig over de provincie ver spreid blijkt te zijn 4), komt belediging in onze provincie betrekkelijk regelmatig voor. In ieder geval blijkt het niet zo te zijn, dat belediging meer voorkomt in gebieden waar een grote alcoholische criminaliteit heerst dan in de overige gebieden (zie tabel 3). Bedoeld detailonderzoek wees tevens uit, dat het aan tal ter kennis van de politie gekomen gevallen van belediging van een (politie-)ambtenaar zo gering is, dat deze delictsvorm verwaarloosd kan worden. Tabel 3: aantallen door de politie opgemaakte pro- cessen-verbaal terzake eenvoudige belediging, omgere kend per 10.000 inwoners (betreft gebieden waarin een grote divergentie voor alcoholische criminaliteit aan wezig is). Jaar; 1949 1950 1951 1952 1953 1954 Gebied I 11,0 8,2 11,7 16,5 13,0 2,0 Gebied II 9,5 10,4 6,9 1,3 5,2 6,0 Gebied III 2,4 3,6 3,6 1,2 3,0 1,2 Gebied IV 4,3 2,1 1,0 1,0 1,0 Gebied V 2,8 2,1 3,5 1,4 2,1 2,8 Gebied VI 1.7 1,7 1,4 1,0 1,7 2,1 Jaar: 1955 1956 1957 1958 1959 Gebied I 5,5 4,5 1,3 2,0 1,3 Gebied II 4,3 4,3 5,2 3,4 5,2 Gebied III 2,4 3,6 2,4 1,8 2,4 Gebied IV 4,3 3,2 1,0 1,0 Gebied V 2,1 0,7 1,4 3,5 Gebied VI 1,4 4,2 1,4 2,1 1,0 Gebied Igroep Hulst der Rijkspolitie (omvatten de de gemeenten Hulst, Clinge, Graauw c.a. en Sint Jansteen); Gebied II: groep Axel der Rijkspolitie (Axel, Koe wacht, Zuiddorpe en Overslag); Gebied III; groep 's-Heer Arendskerke der Rijkspoli tie ('s-Heer Arendskerke, Wolphaartsdijk, Heinkenszand, Oudelande, Ovezande, 's-Heerenhoek, Borssele, Driewegen, Elle- woutsdijk en Baarland); 162

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1963 | | pagina 2