toesien, want hij hadde aenghetast een oochappel
Godts". Het eiste vrijlating op borgtocht, schreef
een brief aan de burgemeesters, waarin hij zich
over de behandeling beklaagde, en diende een
request in bij de gouverneur voor behandeling in
hoger beroep. De burgemeesters antwoordden dat
„de sake den bailliu aenginck".
In de overtuiging dat de hoogste Rechter hem vrij
sprak, wist hij zijn aardse rechters steeds verder het
veld te doen ruimen. De procureur persisteerde
reeds op de tweede zitting niet meer bij zijn vorige
eis van verbanning. De rechters zagen in dat ze op
aanstichten van kerkelijk drijven te ver waren ge
gaan en wilden hem op drie voorwaarden vrijlaten:
op de belofte niet meer te prediken bij nacht, het
proces te verzwijgen en het geheel schriftelijk te
bevestigen. Toen De Ries weigerde hierop in te
gaan, werden de eisen gewijzigd: nu zou hij moe
ten verklaren verkeerd te hebben gehandeld, van
alle prediking moeten afzien en het proces laten
rusten; de schriftelijke bevestiging verviel. Het werd
tijd zich van de halsstarrige gevangene te ontdoen,
toen deze verklaarde liever te sterven dan „sulcx
te doene" en de 29ste april weigerde akkoord te
gaan met alleen een mondelinge belofte het pre
diken te staken en het proces te vergeten, en de
boodschapper toevoegde: „gaet bij den bailliu
ende vraecht hem ditselve af, ick hope wel te
acorderen."
In zijn zaak werd geen vonnis geveld, maar hem
werd „schut ende scherm" in Middelburg ontzegd,
en bevolen de stad te verlaten „binnen tweemael
vierentwintigh huer op pene dat daer anders in
voorzien zoude worden", zoals blijkt uit een ant
woord van burgemeesters en schepenen op een
verzoekschrift van Hans de Rijcke en Mr. Jacob
Vos, die in beroep waren gegaan bij het Hof van
Zeeland, en nu te verstaan kregen dat dit zonder
vonnis onmogelijk was, gevolgd door het bevel van
uitwijzing 9).
Inhoud der belijdenis
DE belijdenis telt 23 ongenummerde artikelen,
meestal apologetisch ingeleid door: „lek ghe-
loove ende hebbe gheleert met dat Woort
Godts".
De snelle voltooiing van het stuk vindt zijn ver
klaring in de medewerking van De Ries aan een
Waterlandse belijdenis te Alkmaar het jaar te
voren 10). De belijdenis leert de Drieëenheid in
orthodoxe termen. Het stuk der genade en uitver
kiezing is meer arminiaans gesteld. Het heilsaanbod
is zo universeel mogelijk gehouden: voor ieder,
gelovige of ongelovige, is genade mogelijk op
voorwaarde van bekering; ieder kan uit vrije wil
de genade aannemen of verwerpen. De uitverkie
zing heft de eigen verantwoordelijkheid voor het
heil niet op. Door de zondeval is het beeld Gods
niet volledig in de mens ondergegaan, zodat hij
het goede niet meer zou kunnen verkiezen en het
kwade verwerpen.
De erfzonde wordt geleerd, maar tot niets gere
duceerd omdat Christus' verlossing alle zonde
geldt: de kinderen van ongelovigen delen hierin.
Christus was de Zoon van Maria. De Heilige Schrift
bindt aan het mysterie der menswording geen
zaligheid. Men mag hun, die op dit punt dwalen,
geen broederschap weigeren. De Ries doelde op
de oude doperse leer der menswording, volgens
welke Christus geen vlees van Maria zou hebben
aangenomen, maar in haar schoot was veranderd,
zoals een dauwdruppel in een oesterschelp een
oarel wordt.
De kerk bestaat alleen uit wedergeboren heiligen,
die vergaderd worden door de dienaren van het
evangelie, niet door het geweld van de wereldlijke
macht. De tucht waakt over hun zuiverheid, niet
het zwaard.
De sacramenten zijn tekenen der genade, die zon
der waar geloof onnut zijn. Door de doop op be
lijdenis van zonde en geloof wordt men tot de
gemeente toegelaten; dit sacrament is het begin
van het nieuwe leven en komt jonge kinderen niet
toe.
Het sacrament is teken en gedachtenis van Christus'
dood.
De overheid komt geen gezag in de kerk toe.
Christus is haar enige Koning; de knecht staat niet
boven zijn heer, de aardse overheid is aan Christus
rekenschap verschuldigd, en kan niet oordelen
over de zaken, die God, de ziel en het geweten
aangaan. De kerk is de overheid gehoorzaamheid
verschuldigd in alle dingen buiten het geloof en
een goede overheid is positief te waarderen.
Binnen het geestelijk Israël vervallen oorlog en de
doodstraf voor ketters. Elke eed is ongeoorloofd,
die boven die van de apostel Paulus uitgaat, die
in ja en neen God tot getuige nam.
Naar het voorbeeld van Abraham en Christus is de
kerk gehouden de voetwassing uit te voeren.
Ten laatste wacht alle mensen het eindoordeel, en
is de Heilige Schrift het geïnspireerde Woord Gods,
omvattende de boeken van het Oude en Nieuwe
Testament.
Conclusie
DE belijdenis is vrij van sektarisme en bevat niets,
dat niet tot het geloofsgoed der kerk in ver
leden en heden behoort. Zij laat ruimte voor
andere opvattingen De Ries nam kerkelijke ge
bruiken van de Gereformeerden over, terwijl de
Remonstranten zijn belijdenis gebruikten en ver
tegenwoordigt een zuiver spiritueel christendom der
doperse stromingen uit de 16e eeuw, dat een ver
gelijking met veel van toenmalig Calvinisme kan
doorstaan, en requisitoir kan houden over de 16e
eeuwse aanklagers van De Ries.
Handschriftenverzameling, inventarisno. 228 (Rijksarchief
in Zeeland, Middelburg).
2) Naast deze namen komen ook voor: De Rijck(e), Le Riche.
3) Proponent: predikant in opleiding.
4) Kort-Verhael van hst Leven ende Daden van Hans de Ries,
1644, blz. 18.
5) B. Becker, Bronnen tot de kennis van het Leven en de
Werken van D.V. Coornhert, 1928, blz. 231vv.
6) Handschriftenverzameling, inventarisno. 228 (Rijksarchief in
Zeeland, Middelburg).
7) Archief van de Doopsgoz. Gemeente te Middelburg 1577
1898, inventarisno. 10 (in Rijksarchief in Zeeland, Middelburg).
8) MS. A 424 (Archief Ver. Doopsgez. Gemeente, Amsterdam).
9) MS. A 430 (Archief Ver. Doopsgez. Gemeente, Amsterdam).
10) E. M. ten Cate, De eerste Doopsgezinde Belijdenis, in
Doopsgez. Bijdragen 1904, blz. 134159.
19