24 september 1569
Joos Fransz. van Crijnden, „alias Joos in de
raemen", geboren van Antwerpen, grofsmid
en „lijndrayer", had bekend zonder dat de
pijnbank er aan te pas kwam dat hij als vage
bond heeft geleefd en beroving, inbraak en
diefstal.
Sententie:
„doen hanghen aen de galghe te houte, te
ijsere ende te baste doen verworghen"
28 september 1569
Christiaen Adriaensz., geboren van Sluis en
wonende te Haamstede, had onbehoorlijk ge
sproken over de ceremonien van de Katho
lieke Kerk, maar had bekend onbedachtzaam
gesproken te hebben en betuigde spijt.
Sententie:
Boete: de heer 10 de stad 1 verder zal
hij in gebannen vierschaar God en de justitie
om vergiffenis bidden en op zondag eerst
komende met een brandende toorts bloots
hoofds voor de processie gaan van St. Lie-
vensmonster, de hoogmis aldaar horen en de
toorts offeren aan „het heylighe Sacrament
binnen der kercke".
22 oktober 1569
Dierick Andriesz., kramer, geboren tot Oor
schot in de Kempen, oud 36 jaar, had onge
veer 2 jaar gebroken met de Katholieke kerk,
de ceremonien uitmakende voor afgoden
diensten; wonend te Vosmeer had hij het
heilig doopsel geweigerd voor zijn dochtertje.
Een jaar geleden had hij zich laten weder
dopen bij de Mennonisten.
Sententie:
Lijf en goed verbeurd, zal voor 's Gravensteen
onthoofd worden „ende daernae 't lychaem
te doen brengen buyten onder 't gerechte
deser stede, stellende 't zelfde aldaer op een
radt ende 't hooft op een staeke, anderen ten
exempele."
22