De vogelinlagen van Schouwen Voorheen en thans middel van planologische maatregelen, die het aanbod van grond voor particulier recreatief ge bruik (zomerhuisjes e.d.) in de regel veel te krap houden. Juist van deze, dus kunstmatig schaars ge houden grond lopen de prijzen vaak hoger op, dan bij een wat ruimer aanbod waarschijnlijk het geval zou zijn. Pas als de oude vol lopen, worden -mondjes maat nieuwe terreinen aangewezen, krijgen dus andere percelen een aanzienlijke meerwaarde. Wie worden de gelukkigen? Niemand weet het precies; velen trachten hun kans te grijpen. Door alvast maar te kopen en door beïnvloeding op meer of minder democratische wijze van het plano logische beleid: een dorado voor speculanten! Ook van deze kant gezien zou een wat grotere soepelheid, door middel van een stelsel van al gemene voorschriften, dus voordelen hebben boven het tot nu toe gevolgde rigide systeem. Een heroriëntering van ons planologische beleid aan de hand van een meer dynamische en kwali tatieve benadering zou wel eens van grote be tekenis kunnen zijn. Het is daarom jammer, dat nog zo veel planologen vastzitten aan statische kaartbeelden en een kwantitatieve benadering. De nota van de Z.L.M. zou mede en niet in de laatste plaats gezien kunnen worden als een stimulans in de goede richting. De planoloog Schermer heeft dat niet opgemerkt. Dat is te be treuren, maar kunnen wij het hem zwaar aan rekenen? Zeeuws Tijdschrift, no. 3, 1964. 2) Zoals dr. A. K. Constandse op de recreatie-studiedag van de A.N.W.B., gehouden op 25 november 1963 te Rotterdam. 3) Zie hiervoor onder meer: President Kennedy's „Message on Agriculture" van 31 januari 1962; de rede van Orville L. Freeman, U.S. Secretary of Agriculture, voor de „National Federation of Grain Cooperatives", op 3 april 1963 en diverse nummers van de „Rural Areas Development News letter". J. Vijverberg VOOR een beschrijving van de vogelinlagen, officiële naam Flauwers- en Heertjesinlagen, in hun bloeitijd moeten we in gedachten terug naar de jaren vóór de februarivloed 1953. Dan liggen daar nog, ongerept en ongeschonden, in die diepe kromming van Schouwens zuidkust, de drie wijde waterbassins op de windvrije zonnedagen te glanzen en hun lange uren in stille luister te verdromen. Dan wordt nog in lente en voorzomer het oog ge boeid door het weergaloze wiekenspel van duizenden rappe zee vogels, die in luidruchtige uitgelatenheid hun glorie vieren, wordt het vogelbedrijf tot steeds hoger bloei opgevoerd. En ook stuwt als vanouds de visserman zijn ranke boot door de brakke plassen om met kruisnet en fuik te jagen op de alom gerenommeerde Schouwse paling. DE hoofdbedoeling van het machtige bol werk van water en dijken moeten we zien in de behoefte aan beveiliging van het aloude Schouwse land tegen de nimmer aflatende aanslagen van de erfvijand, de zee. Deze taak is dan vóór alles weggelegd voor de inlaagdijk, op enige minuten gaans achter de zeedijk gelegen en daarmee evenwijdig lopend. Hij toch moet bij ernstige calamiteit, b.v. doorbraak van de zeedijk, de stoot van de voortgezweepte vloedgolf opvangen en deze tot staan brengen. De inlaag zelf biedt ruimte, om het instromende water te bergen. Naast deze primaire dienst benut het be stuur van het waterschap Schouwen deze plassen als boezem, tijdelijke bergplaats, voor het door het stoomgemaal opgemalen polder water. Door sluizen met automatisch zich openende en sluitende sluisdeuren onder de zeedijk door loopt bij ebbe dit water weer naar de Oosterschelde af. Als de ebbe eens niet laag genoeg afloopt om het polderwater 129

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1964 | | pagina 17