die stormzondagnamiddag toch één draaglijke
foto gegeven heeft, gecorrigeerd, krijg ik hem,
zittend óp, staande bij het nest, nu met eieren,
dan met jong, met uitgeslagen wieken, met vis
in de snavel of in die uitzonderlijke extase
houding en hoe nogal meer. Eigenlijk mag ik,
wat de jongen betreft, maar in een uitzonde
ringsgeval van jongen spreken, daar de pach
ter bij het eindigen van de raaptijd, de vogels
maar één enkel ei laat om te bebroeden.
Door mijn kijkgaatjes zie ik, dat met het
verstrijken van het seizoen, de vóórschedel
(het voorhoofd) van de grote stern gecyperd
wit wordt.
Ook bij de nesten van visdiefjes (kleine
sterns) komt de kist vaak en lang te staan en
menig huishoudelijk tafereeltje, de oude
vogels elkaar of de jongen op het nest voe
derend, het elkaar afwisselen bij het broeden
van mannetje en vrouwtje heb ik van
daaruit kunnen gadeslaan.
De Noordse zeezwaluw, dubbelganger van
het visdiefje, komt in levenswijze met dit
laatste overeen.
Ook de kokmeeuw krijgt genoegzaam zijn
beurt. Hij wordt gekiekt in elke mogelijke
pose. Maar niet als vechtjas, daar dit toch
geen bevredigend resultaat zou geven. Hij is
een zeer agressieve vogel, vooral als hij jongen
heeft. Dan bakent hij zich op de hil een paar
vierkante meters grond af, die hij als zijn
persoonlijk domein beschouwt. En van zijn
jong of jongen! Komt een soortgenoot hem te
dicht bij de onzichtbare grenslijn, dan zien we
het tweetal onmiddellijk gewikkeld in een
kluwen van slaande vlerken en slingerende
poten, onder hels gekrakeel. Bloed vloeit er
niet, nóóit. Even vlug is het gevecht ten einde
en weet men niet, of het spel of menens was.
Nu de meeuw met de altijd witte kop,
de kleine zeemeeuw of stormmeeuw, die als
enkeling in de inlagen broedt. Als ik eind
mei 1912 met een gast-vogelkundige aan de
eerste inlaag kom, staat daar op de dijk voor
zijn woning de boer, die de Flauwersinlagen
in pacht heeft. Na de korte begroeting valt
hij met de deur in huis met: „Canus zit weer
op d'n il!" Ik heb er geen notie van, wie of
wat Canus is. „Wel", zegt hij, „dat is de
meeuw met de witte kop!" Hij bedoelt, dat
deze meeuw weer op een van zijn hillen
broedt. En dan vertelt hij verder, dat in 1908,
toen de heer Steenhuizen, preparator van Ar-
tis, pionier van de vogelfotografie in Neder
land, zijn gast was, om de meeuwen en sterns
in de inlagen te fotograferen, deze de witkop
naging en het nest vond met drie eieren. De
pachter, er bij geroepen zei, dat hij zulke
eieren vorige )aren ook al gevonden, maar ze
voor afwijkende kokmeeuweieren aangezien
had. De heer Steenhuizen had nog getracht de
vogel op zijn nest te fotograferen, maar was
daarin door tijdsgebrek niet geslaagd. Van
hem had de pachter de geleerde naam „canus"
De Latijnse naam voluit is Larus canus. Larus
is dan de algemene naam voor meeuw, terwijl
canus betekent grijs of lichtgrijs.
Of ik nu, vraagt de goedige boer, lust zou
hebben de witkop op zijn nest te fotograferen?
Mijn makker geeft me een por in de ribben:
„Zeg gauw asjeblieft! Als het je gelukt, heb
je er de primeur van, als eerste de kleine
zeemeeuw als broedvogel in Nederland ge
fotografeerd te hebben. Daar is nog geen
foto van." Ik zeg dus hartgrondig asjeblieft
en daar ik tent en volledige camera-uitrusting
bij me heb, stappen we dadelijk in de boot en
staan we een kwartier later op de drie eieren
van canus te kijken, terwijl de vogel onver
poosd om ons heen cirkelt. Het cameragedoe
is zó gereed, de twee mannen bomen de boot
naar de dijk na mij in de tent geborgen te
hebben. Een half uur later heb ik twee op
namen, zodat ik kan noteren: 28 mei 1912
De kleine zeemeeuw als eerste in Nederland
als broedvogel gefotografeerd! Wat een suc
ces! En ik heb de primeur! Een week later
wordt hij gekiekt op Texel door Burdet, waar
na hij zich gaandeweg langs de hele Neder
landse kust als geregelde broedvogel heeft uit
gebreid. In 1915 kan ik hem vanuit mijn kist
fotograferen, zo vaak ik wil.
LAST not least een dwaalgast in deze
contreien, de Mediterane meeuw of
Zwartkopmeeuw, Larus Melanocepha-
lus. Dit was vele jaren later, in 1935. Op een
dag in juni krijg ik een briefkaart van de
135