e eerste ï%ets
F
De eerste wielrijder in
Zeeuwsch-Vlaanderen, nu 95
jaar geleden, was Abraham
Luteijn Pzn, een toentertijd 16-
jarige knaap, geboren 2 april
1853 volgens de één op een
niet meer bestaande hofstede
bij de .Steen Eule", gemeente
Groede, volgens de ander op
de hofstede in de ,,Sint Jan",
gemeente Nieuwvliet.
Als jongen was hij timmer
mansknecht en in die tijd heeft
hij waarschijnlijk zijn houten" fiets gemaakt. Er zijn
ook prentbriefkaarten in omloop geweest met het
naar men moet aannemen onjuiste jaartal 1862.
Bram Luteijn vestigde zich na zijn huwelijk met Maria
van Cruiningen omstreeks 1874 in de .Stadsherberg"
te Nieuwvliet. De omzet van de herberg was blijkbaar
niet te hoog, wa,nt eerst bleef hij tevens timmerman en
bouwde o.a. scholen te Sluis en in zijn woonplaats;
later was hij tevens boer, bietenagent en secretaris
van de eerste en roemruchte coöperatieve aankoop
vereniging Welbegrepen Eigenbelang" bij de even
eens roemruchte Voorzitter Vorsterman van Oyen te
Aardenburg. Op de schokkende fiets met de lawaaien
de houten wielen was hij 's zomers dagelijks op weg
om bieten te contracteren.
Omdat het op Sinte Pier wemelde van de Bram Luteijns
hadden ze allen een bijnaam. De herbergier heette
daarom ,,den Hospes" of ook wel, minder geliefd,
,,Bram Beete". Tot troost moge dienen dat velen die
laatste bijnaam in de loop der tijden genoten hebben.
De eerste fiets verwekte veel opzien. In Brugge zei
men; ,,Daor is 'nen vint op 'n spinnewiel". Bram Luteijn,
een lange kerel, had niet veel moeite er op te komen,
maar wie klein was had een steen nodig of de regen
bak, terwijl velen niet thuis moesten geven.
In 1896 schafte Luteijn een gewone fiets aan, nadat
Keesje de Smid op Sinte Pier hem voorgegaan was.
Hevig ijverde het raadslid al rond de eeuwwisseling
voor het tot stand komen van een weg langs de kust,
van de Belgische grens naar Breskens. In 1911 over
leed deze vader van een huisgezin van 13 kinderen,
waarvan 4 erg jong gestorven en 5 nog in leven.
174